Victoriaanse wetenschappers werken aan halvering van de tijd die nodig is vooraleer perenbomen vruchten dragen. Als onderdeel van het programma, geeft de Victoriaanse regering 240.000 dollar uit aan een perenboomgaard en tevens laboratorium van 4 hectare, om nieuwe perenrassen en boomgaardsystemen te testen.
Minister van Landbouw Peter Walsh zegt dat de hoge Australische dollar, de dreiging van bacterievuur en de waterbezuinigingen allemaal uitdagingen voor perentelers waren.
“Dit onderzoek kan sommige van deze uitdagingen helpen compenseren door echte financiële winst te leveren en de productiviteit te verbeteren”, aldus meneer Walsh. “Het duurt meestal ongeveer tien jaar voordat perenbomen fruit produceren en telers een rendement op hun investering ontvangen, maar we hopen dat dit onderzoek naar nieuwe rassen de tijd zal beperken tot zo weinig als vier of vijf jaar.”
“DPI-wetenschappers hebben al twee zeer nieuwe, beloftevolle perenrassen geproduceerd, die binnen vijf jaar beschikbaar zouden kunnen zijn voor de telers. Tegen die tijd zullen we ook in staat zijn om de producenten te informeren over de meest kosteneffectieve manieren om ze te beheren”, vertelt Walsh.
Senior onderzoeker van DPI, Ian Goodwin, zegt dat hoewel Victoria 90 procent van de Australische peren heeft geproduceerd, ze vooral voor de binnenlandse markt waren. “We hopen dat dit nieuwe onderzoek de perenindustrie zal helpen om weer een grote exporteur te worden”, zo zegt dr. Goodwin. “Peren waren ooit een belangrijk exportgewas voor Australië, vooral in Europa. Concurrentie van low-cost perenproducenten overzee en het onvermogen om populaire rassen te leveren, waren twee factoren die hebben geleid tot het verlies van de exportmarkten. We zouden graag een opleving zien in de fruitbomenindustrie, zodat het meer winstgevend, internationaal competitief en exportgericht wordt.”