Nieuw onderzoek wijst uit dat bananen gevoelig zijn voor de fotoperiode (de tijd van zonsopgang tot zonsondergang), wat de algemeen aanvaarde opvatting dat temperatuur de belangrijkste variabele in de banaanontwikkeling is, verwerpt.
Seizoensgebonden variatie in banaanproductie is een probleem voor telers wereldwijd, vandaar dat onderzoek zich richt op wat de ontwikkeling en bloei van de plant beïnvloedt.
Uit onderzoek van de UWA- Chiquita Brands is gebleken dat langere fotoperiodiciteit tijdens de groeifase, de bloei bespoedigt en dat zij zorgt voor een verhoogde frequentie van bananentrossen, 8 tot 10 weken later. Daarnaast zijn de 2 tot 3 maanden vóór de vorming van de tros, de meest belangrijke voor de fotoperiode. Deze informatie zal naar verwachting kwekers helpen betere beplantingschema’s te ontwikkelen om een consistente fruitproductie te waarborgen.
Co-auteur David Turner zegt dat de effecten van de fotoperiode op bananen tot nog toe niet volledig onderzocht waren. Maar na het onderzoek werd duidelijk dat de ontwikkeling van bananen wel degelijk reageert op de fotoperiode. Volgens Turner geeft deze informatie bananentelers de mogelijkheid de mate van fotoperiode-gevoeligheid bij bananen te bepalen. De discussie gaat nog of het de daglengte of de hoeveelheid zon is, die belangrijk is in de fotoperiode. De mate van verandering in zonsopkomst en zonsondergang en het effect van de fotoperiode op planten in de vruchtdragende fase, zal volgend jaar verder bestudeerd worden in een experiment op de Canarische eilanden.
De bevinding verwerpt de overtuiging dat temperatuur de belangrijkste variabele in banaanontwikkeling is.