Transgene en cisgene aardappelen ingezet tegen Phytophthora
Bovendien kan Phytophthora enorm snel nieuwe varianten maken, waaronder varianten die zo'n nieuwe resistentie doorbreken. Het grootste deel van het DNA van Phytophthora bestaat namelijk uit grote aantallen zichzelf herhalende stukjes DNA die achter elkaar geplakt zijn. Hieruit kan Phytophthora van nature nieuwe genen voor nieuwe resistentiedoorbrekende erfelijke kenmerken laten ontstaan. Wanneer je langs klassieke weg veredelt zit je waarschijnlijk tegen de tijd dat je klaar bent met een nutteloos ras met een achterhaalde resistentie.
Daarom wil agro-ecoloog Bert Lotz van Plant Research International een nieuw verdelingsconcept testen. Hij wil combinaties van meerdere resistenties genen inbrengen in aardappelrassen. Dat maakt resistentiedoorbreking al een stuk onwaarschijnlijker. Door vaak van combinatie te wisselen hoopt men verder de rollen om te draaien: Tegen de tijd dat de ziekteverwekkende Phytophthora bijna door de resistentiegenencombinatie lijkt door te breken, wordt de oömyceet in het veld geconfronteerd met een aardappelvariant waarbij de resistentie op een geheel andere combinatie van resistentiegenen berust.
In de proeven wordt gekeken of deze aanpak kans maakt. Zo kijkt men, bijvoorbeeld, of de verschillende resistentiegenen binnen een combinatie ook inderdaad ook allemaal in het veld worden aangeschakeld in de plant.
Ook indien deze aanpak slaagt verwachten de onderzoekers niet dat de inzet van gewasbeschermingsmiddelen helemaal achterwege kan blijven. Een reductie van het gebruik van fungiciden met 80% zou haalbaar moeten zijn.
In het Belgische deel van de proef neemt men ook de 'Fortuna-aardappel' van BASF als vergelijking mee. Deze bevat twee ziekteresistentiegenen maar tevens ook een gen dat de aardappelplanten resistent maakt tegen een klasse van onkruidbestrijdingsmiddelen.
De overige bij het Belgische deel van de proef ingezette planten, en overigens ook alle planten binnen de Nederlandse veldproef, bevatten slechts kenmerken uit aardappelverwanten. Mogelijk zouden (veel van) die kenmerken in principe ook langs klassieke weg kunnen worden ingekruist. Om die reden draagt deze proef ook bij aan de discussie in Europa over een andere actuele vraag. Moeten langs biotechnologische weg verkregen planten, die in principe ook via klassieke kruisingen zouden kunnen zijn gemaakt, de zogenaamde cis-gene planten, met dezelfde voorzichtigheid en voorzorgen behandeld worden als planten waarvan een deel van de erfelijke kenmerken van buiten de 'gene pool' van kruisbare verwanten afkomstig is, de trans-gene planten.
Bron: NWO