Meerwaarde van de groothandel heeft een prijs
Hiervoor is bureau SEO Economisch Onderzoek, gelieerd aan de Universiteit van Amsterdam, in de arm genomen. Dit bureau heeft het functioneren van de bedrijfskolom van verse groenten en fruit onderzocht. Tussen teelt en schap vervult de groothandel een intermediairfunctie, bestaande uit logistieke dienstverlening, de borging van kwaliteit en voedselveiligheid en het opvangen van prijsfluctuaties en risico's. "Dit is een vak apart", aldus Willem Baljeu, directeur van Frugi Venta. "De handel is dagelijks in staat om producten in optimale conditie en op de juiste tijd en wijze te vervoeren naar het Europese achterland met 450 miljoen consumenten en ver daarbuiten. De meerwaarde van een goede logistieke stroom heeft een prijs. Dat doen we in zwaar concurrerende omstandigheden in een internationale markt. De nettomarge die hierbij voor de groothandel resteert is marginaal te noemen."
Het rapport ‘Van teelt tot schap, waardecreatie door de groothandel in groenten en fruit’ geeft inzicht in de kosten die worden gemaakt tussen teelt en schap. Er is gekeken naar de opbouw van de consumentenprijs. Conclusie is dat de supermarkt een groter deel van de consumentenprijs verklaart dan de groothandel. Openbare gegevens laten zien dat voor de rode paprika de brutomarge (de som van kosten en bedrijfsresultaat) van de supermarkt minstens vier keer hoger is dan de brutomarge van de groothandel. De brutomarge van de supermarkt op rode paprika kan oplopen tot 63% van de consumenteneuro, de rest komt terecht bij groothandel (7%), teler (24%) en B.T.W. (6%).
Gekeken naar een bredere range van producten, blijkt dat de brutomarge van de groothandel als percentage van de omzetwaarde tussen 13 en 17 procent ligt, voor de supermarkt ligt dit tussen 20 en 34 procent. Van de brutomarge worden alle kosten betaald. "Bruto marge is nog geen winst. Retailers hebben de marges nodig om de hoge kosten voor distributie, promotie, uitval en winkelschapruimte te bekostigen", aldus Baljeu.