lente
In de lente heeft de Nederlandse kuststrook een aanzienlijk hoger aantal zonuren dan het binnenland – en is het er relatief droog. Boven het koude water van de Noordzee willen wolken in het voorjaar nog niet goed uitgroeien. Landinwaarts zorgt de snel opwarmende ondergrond juist voor de vorming van stapelwolken, die uitgroeien tot buien. In de afgelopen 10 jaar is aan deze zonverdeling weinig veranderd, maar zowel aan zee als in het binnenland is het aantal zonuren flink gestegen: elke lentedag krijgt nu gemiddeld 24 minuten extra zon.zomer
Onder invloed van klimaatverandering worden de Nederlandse zomers grilliger. De middagtemperaturen schieten met een halve graad in slechts 10 jaar tijd een flink stuk omhoog. De gemiddelde middagtemperatuur bedraagt nu 21,3 graden. Maar ook het weerbeeld verandert, met een tweedeling in het seizoen. Het eerste deel van de zomer is heet en droog. Vooral in juni en juli (respectievelijk 0,6 en 0,7 graden warmer) ontstaan hierdoor makkelijker hittegolven. Maar, zoals ook afgelopen jaar goed zichtbaar was: halverwege juli slaat het weer om.herfst
De herfst behoudt zijn normale karakter. De wind blijft in hoofdzaak uit het zuidwesten waaien en neemt niet toe in kracht. Vanaf het relatief warme water van Het Kanaal en de Noordzee wordt wel veel vocht aangevoerd. Net als in de zomer en de winter is sprake van een netto toename van de regenval, zij het minder uitgesproken. Daarnaast neemt in de maanden september en oktober het aantal nazomerdagen toe – waarin de temperatuur nog boven de 20 graden uitkomt.winter
We hebben in het afgelopen decennium geen Elfstedentochten gehad – en in veel winters überhaupt geen schaatsperiodes. Maar het is even zoeken naar de precieze oorzaken. De winters zijn weldegelijk zachter geworden, maar met +0,2 graden overdag en +0,1 graden in de nachten valt de opwarming in vergelijking met de andere seizoenen nog mee.Bron: weeronline.nl