Nederland heeft bijna het hoogste percentage zwangerschapscomplicaties en babysterfte in Europa. Het eetpatroon en de leefomstandigheden van de moeder spelen hierbij een belangrijke rol, zo blijkt uit het onderzoek van Sarah Timmermans. Ze deed onderzoek naar de invloed van gezonde voeding en omgevingsfactoren in Rotterdam aan het begin van de zwangerschap en concludeerde dat een mediterraan eetpatroon goed is voor de groei van de foetus en de bloeddruk van de moeder. Ook blijkt er een sterk verband tussen wonen in een achterstandswijk, babysterfte en ongunstige start na de geboorte.
Met haar onderzoek naar foliumzuur, voedingspatronen en perinatale gezondheid won Timmermans dit jaar de Juri Wladimiroff onderzoeksprijs. Eerder won ze al diverse prijzen voor onderzoek en internationale presentaties. Haar onderzoek maakt deel uit van het unieke grootschalige bevolkingsonderzoek 'Generation R' van het Erasmus Medisch Centrum en waarbij de groei, ontwikkeling en gezondheid gevolgd wordt van 10.000 kinderen in Rotterdam. Vanaf het moment van de zwangerschap tot aan de jonge volwassenheid.
Het onderzoek
Timmermans onderzocht het verband tussen het gebruik van foliumzuur, voedingspatronen en omgevingsfactoren gedurende de eerste weken van de zwangerschap en de gezondheid van de baby. Wat voor invloed heeft bepaalde voeding op de groei en ontwikkeling van het kind? En wat betekent dit voor de gezondheid van de moeder? Ze bestudeerde onder andere de groei en ontwikkeling van het kind en de gezondheid van de moeder tijdens de zwangerschap. Timmermans: 'Mijn onderzoek laat zien dat relatief veel vrouwen een ongezonde leefstijl en voedingsgewoonten hebben met alle mogelijke negatieve gevolgen van dien.'
Laag geboortegewicht
Uit eerder onderzoek is gebleken dat kinderen die geboren worden met een te laag lichaamsgewicht als volwassene meer kans hebben op hart- en vaatziekten als een te hoge bloeddruk, hartinfarct of beroerte. Dit kan voorkomen worden door tijdens de periode rondom de bevruchting en eerste weken van de zwangerschap foliumzuur te gebruiken en gezond te eten, zo blijkt uit het onderzoek van Timmermans. Een verrassende uitkomst, er werd namelijk aangenomen dat de leefgewoonten van de moeder geen invloed had op de groei van de foetus gedurende de eerste drie maanden van de zwangerschap. De meeste onderzoeken zijn dan ook vooral gericht op de periode daarna, terwijl veel ernstige complicaties al tijdens de eerste weken van de zwangerschap ontstaan.
Gezonde voeding
Het voedingspatroon van de moeder heeft dus al vanaf het begin van de zwangerschap invloed op de gezonde toekomst van het ongeboren kind. Zwangere vrouwen die ongezond eten - veel vlees, aardappelen en vette sauzen - en hierdoor weinig groente, fruit en vis binnen krijgen, vertragen de groei van de foetus. Daarnaast heeft een ongezond eetpatroon ook een nadelig effect op de bloeddruk van de moeder gedurende de zwangerschap. Een gezond dieet daarentegen van groente, fruit, vis en plantaardige olie – het zogenaamde mediterrane voedingspatroon – heeft een positieve invloed op de groei van het ongeboren kind en helpt vroeggeboorte voorkomen.
Omgevingsfactoren
Naast het voedingspatroon van de moeder, blijken omgevingsfactoren ook van invloed op de groei van de foetus. In Rotterdam slikken maar weinig vrouwen foliumzuur, slechts 37% van de vrouwen gebruikt het tijdens de voorgeschreven periode. Het gaat hier vooral om vrouwen die ongepland zwanger zijn, een laag opleidingsniveau hebben en van niet-Nederlandse afkomst zijn. Zo bleek al eerder dat migrantenvrouwen onbekender zijn met het Nederlandse zorgsysteem en niet weten dat het slikken van foliumzuur de kans op een kind met een open ruggetje sterk vermindert. Maar ook jonge alleenstaande moeders, moeders die roken en moeders die zwanger zijn van hun tweede of derde kind slikken minder vaak foliumzuur.
Sociaal economische status
Het is volgens Timmermans niet zo dat vrouwen van Mediterrane herkomst ook automatisch een Mediterraan dieet volgen. 'Wij hebben de voedingspatronen alleen in de Nederlandse populatie van Generation R bepaald. Uit eerdere, niet gepubliceerde, analyses bleek namelijk dat de etnische groepen binnen Generation R heel andere voedingspatronen dan de Nederlandse vrouwen naleefden.'
Er is wel een sterke relatie tussen het voedingspatroon en de sociaal economische status (SES) van vrouwen. Timmermans: 'Hoog opgeleide moeders volgden over het algemeen een gezonder voedingspatroon. Dat SES en leefstijl met elkaar verbonden zijn is bekend. Dit kwam ook weer uit onze analyses naar voren. Daarnaast vonden wij een sterke interactie tussen SES en de voedingspatronen. Ik denk dat je kunt concluderen dat een gezonde voeding en leefstijl voor alle vrouwen die zwanger willen worden belangrijk is. Verschillen in SES kunnen juist meegenomen worden in de adviezen om zo 'op maat' te consulteren.'
De buurt
Timmermans bekeek ook het verband tussen risicofactoren en perinatale gezondheid in verschillende buurten. Wonen in een achterstandswijk bleek te wijzen op een opeenstapeling van risico’s die leiden tot meer babysterfte en andere ongunstige uitkomsten van de zwangerschap. Die risico’s zijn bijvoorbeeld armoede, een lage opleiding, werkloosheid, laag inkomen, een ongeplande zwangerschap, roken, geen foliumzuur slikken en te laat gestarte verloskundige zorg.
Conclusie
Timmermans concludeert dat niet alleen gezonde voeding van belang is bij een goed verloop van de zwangerschap, maar dat ook de omgeving en de leefstijl van de moeder van invloed zijn. Timmermans: 'Op basis van mijn onderzoek zou ik aanbevelen om zwangere vrouwen in het begin van hun zwangerschap, en bij voorkeur ook in de periode voorafgaand aan de zwangerschap, actief meer informatie te geven over gezonde voeding en leefstijl. Dat zou een belangrijke bijdrage leveren aan het creëren van optimale omstandigheden voor alle ongeboren kinderen en hun moeders. Dit zou leiden tot minder complicaties in zwangerschappen en een betere gezondheid van de Nederlandse bevolking in de toekomst.'