De financiële situatie van een bedrijf is afhankelijk van de fase van de bedrijfscyclus waarin het bedrijf zich bevindt. In bepaalde fasen van de cyclus is meer aandacht voor de toekomst van het bedrijf, waarbij er meer wordt geïnvesteerd en meer vreemd vermogen wordt aangetrokken. Jonge boeren en tuinders bevinden zich na de bedrijfsovername vaak in een financieel kwetsbare positie. Om de bedrijfsovername te financieren is veel vreemd vermogen nodig. Dit ondanks het feit dat de overnameprijs vaak onder de marktwaarde van het bedrijf ligt. Door de toenemende schaalvergroting nemen kapitaalbehoefte en financieringslasten verder toe. In de jaren voor en na de bedrijfsoverdracht wordt vaak ook veel geïnvesteerd in het bedrijf.
Bedrijven met negatieve netto kasstroom
Van de bedrijven met een jongere ondernemer had gemiddeld 32% in de jaren 2005-2007 een negatieve netto kasstroom. Dit betekent dat er voor die bedrijven geen ruimte overblijft voor het aantrekken van nieuwe leningen en investeringen dus op een laag pitje zullen staan. Toch ligt dit percentage bij de oudere ondernemer zonder opvolger nog hoger. De jongere ondernemers zijn wel in staat om een redelijk goede bruto kasstroom te realiseren, met name doordat deze bedrijven over het algemeen van redelijk grote omvang zijn. Echter, door het hoge bedrag aan aflossingen en rente is de netto kasstroom beperkt tot 12.300 euro.Kwetsbaar voor lage prijzen en hoge rente
Door de hoge financieringslasten en de beperktere financiële ruimte in de netto kasstroom en liquide middelen, zijn vooral jonge ondernemers kwetsbaar voor de kredietcrisis. Daarnaast hebben de bedrijven gemiddeld een hogere omzet. De lagere prijzen en stijgende rentevoeten komen daarom bij de jonge boeren extra hard aan. Een prijsdaling van 10% en een hogere rentevoet van 1% bij gelijkblijvende overige kosten heeft gemiddeld de meeste gevolgen voor jonge ondernemers. Oudere ondernemers zonder opvolger zijn het minst kwetsbaar.Grote gevolgen voor de kasstroom
Gemiddeld genomen daalt de netto kasstroom voor de jonge ondernemers met 46.200 euro, waarbij voor 3 op de 10 ondernemers een daling van meer dan 50.000 euro geldt. Slechts een beperkte groep van de jonge ondernemers merkt relatief weinig. Bij de oudere ondernemers zonder opvolger zijn de gevolgen voor 42% van de bedrijven beperkt. De gemiddelde daling van de netto kasstroom bedraagt voor hen 17.500 euro.Bron: LEI, Agri-Monitor