Met appelen ziektes genezen en voorkomen
In 1600 waren er al 200 rassen, nu zijn er meer dan 2000. De teelt is nu over de hele wereld verspreid. De appel is van alle vruchtsoorten de meest uitnemende, geen andere vrucht is zo oud in het gebruik, zo hoog in aanzien in de cultuur, gewoontes en gebruiken en in de poëzie. Voor de heilzame werking vind men in de rijpe vrucht vitamine A, B en C, waarbij de meeste vitamines zich in de schil bevinden. Onder de schil zitten oxidatiebeschermende verbindingen die ook in natuurzuiver sap zitten. De appel bevorderd de spijsvertering, is stoppend, opwekkend, rustgevend, urine bevorderend, anti-reumatisch, eetlust opwekkend en koortswerend. Ook bij rheuma, jicht, blaas en nieraandoeningen is de appel vanwege de urine bevorderende werking aan te bevelen.
Regelmatig appelen eten heeft ook een gunstig effect op aderverkalking en ouderdomsverschijnselen, kan eczeem genezen en spannings- en vermoeidheidsverschijnselen tegen gaan. Ze bevatten weinig calorieën, maar belangrijke koolhydraten, cellulose en pectine, en mineralen zoals kali en ijzer. Bij diarree is een geraspte appel een probaat gebleken middel om weer tot een normale stoelgang te komen.