NVWA: veiligheid USB-opladers vaak ondermaats
Het onderzoek van de USB-laders is toegespitst op de zogenaamde 'direct plug-in' USB-laders. Dit zijn laders met een contactstopdeel (stekker) direct aan de lader voor rechtstreekse aansluiting op het lichtnet (stopcontact, 230 Volt). Aan de uitgang van de lader bevinden zich één of meer poorten USB A, mini USB B en/of micro-USB B. Op deze poorten kunnen bijvoorbeeld smartphones, tablets en dergelijke worden aangesloten en opgeladen. De reden voor de keuze voor dit type lader is dat veel imitaties van bekende grote merken in de handel zijn en dat de vervangingsmarkt bestaat uit veel universele uitvoeringen die ook nog eens goedkoop worden aangeboden.
Risico's
Het risico van deze laders is dat bij verkeerde constructie of productie kortsluiting in de veelal kleine laders kan ontstaan, waardoor deze heet kunnen worden en smelten of zelfs kunnen verbranden. Hierdoor kan een explosie of brand ontstaan of kunnen onder spanning staande delen aan te raken zijn met kans op elektrische schok.
12 van de 41 (29%) onderzochte USB-laders vertoonden veiligheidstechnische
tekortkomingen met een kans op brand of een elektrische schok omdat de scheiding tussen primair (230 Volt) en secundair (USB-poorten) en/of de betrouwbaarheid van de verbindingen met de fase en nul geleiders en de sterkte van de isolatie onvoldoende waren. In 10 van deze 12 gevallen betrof het een ernstig risico.
Bij 20 USB-laders (49%) is de technische documentatie niet geleverd of was er geen 'match' met het product. Daardoor is de veiligheid van de USB-lader niet gegarandeerd en bestaat er risico. In totaal voldeden 24 USB-laders (59%) niet aan de gestelde eisen.
Naarmate de classificatie van de USB-laders (bij de NVWA bekender merk, minder bekend merk en goedkoop segment) lager werd, nam ook het veiligheidsniveau af.