Net als andere gewassen in Zuid-Amerika hebben Peruaanse granaatappelen te lijden gehad van El Niño. "De oogst liep eind mei af met een toename van 8% in vergelijking met vorig jaar. Hoewel elke toename in productievolume een goede zaak is, werd aan het begin van het seizoen de toename geraamd op 40%. Klimaatveranderingen hebben echter roet in het eten gegooid," zegt José Luis Gereda van Corporación APEISA.
"De meningen zijn verdeeld. Veel bronnen zeggen dat de productie wordt beïnvloed door de hoge temperaturen, terwijl anderen zeggen dat het komt door zonnestraling. Wat we wel zeker weten, is dat beide factoren hun tol hebben geëist op de kwaliteit. Daardoor is het volume verminderd van het fruit dat geschikt is voor export. Daar komt bovenop dat de oogst eerder begon. Sommige importeurs hadden daarom verwacht dat er sprake zou zijn van de aanvankelijk geraamde productie. In werkelijkheid liep het seizoen veel eerder af dan verwacht. Zodoende zijn de verwachte productievolumes niet gehaald. Dit heeft ook effect op de prijzen in vergelijking met die van het vorige seizoen," zegt Gereda.
"Dit seizoen heeft ons geleerd dat we als preventieve maatregel de structuur van de velden moeten verbeteren om het fruit te beschermen. Ook moeten we de oogst in nieuwe velden uitstellen om de impact van zonneschade te verminderen. Gelukkig blijven de markten waar we ons op richten zich uitbreiden, zoals de Noord-Amerikaanse markt. We blijven optimistisch wat betreft de toekomst van granaatappelen," besluit José Luis Gereda.
Voor meer informatie:
José Luis Gereda
Corporación APEISA
T: +51 998384497