Teeltorganisaties protesteren tegen TTIP

Een breed platform van maatschappelijke organisaties organiseert op 10 oktober in Amsterdam een bijeenkomst rond het Transatlantic Trade & Investment Partnership (TTIP), het handelsverdrag dat de Europese Unie met de Verenigde Staten wil sluiten. Daar wordt ook aan deel genomen door een groot aantal landbouworganisaties. In een brief aan de leden van de Commissies Buitenlandse Handel en Ontwikkelings-samenwerking, Economische Zaken en Infrastructuur & Milieu in de Tweede Kamer hebben zij hun zorgen kenbaar gemaakt. Zij roepen partijen in de Tweede Kamer op het TTIP-verdrag af te wijzen. De brief is ondertekend door de voorzitters van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders, de LTO vakgroep Varkenshouderij, de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders, de LTO vakgroep Pluimveehouderij, de Dutch Dairymen Board, de Nederlandse Melkveehouders Vakbond, de Vereniging voor Biologisch-Dynamische Landbouw en Voeding en een bestuurslid van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond.

"Een doel van TTIP is dat zoveel mogelijk importtarieven worden afgeschaft of sterk verminderd. Vooral in de landbouw zijn deze importtarieven nog relatief hoog. Deze tarieven zijn echter de enige manier om de familiebedrijven in de landbouw die te maken hebben met veel hogere milieu-, dierenwelzijns- en voedselhygiëne-eisen dan hun collega's in de Verenigde Staten, te beschermen", schrijven de landbouworganisaties. "Binnen TTIP wordt alleen voedselveiligheid als criterium erkend om eventueel importen tegen te kunnen houden. De Verenigde Staten kennen veel lagere normen ten aanzien van dierenwelzijn, er is beperkte invulling van de identificatie- en registratieplicht en de milieustandaarden zijn er veel lager dan in de Europese Unie. In de Europese Unie zijn bijvoorbeeld 82 bestrijdingsmiddelen verboden die in de Verenigde Staten wel zijn toegestaan.:

Wanneer de importheffingen verdwijnen krijgt de Europese teler direct te maken met oneerlijke concurrentie, stellen de landbouworganisaties. "De oneerlijke concurrentie wordt versterkt door het principe van wederzijdse erkenning van standaarden. Hoewel Amerikaanse producten aan lagere standaarden voldoen, en de standaarden officieel niet verlaagd worden, mogen deze producten wel de Europese markt op terwijl boeren in de Europese Unie gehouden zijn aan strengere wettelijke standaarden. Iets vergelijkbaars gebeurt nu met de import van batterij-eieren uit de Oekraïne, terwijl deze vorm van productie verboden is in de Europese Unie. Daarbij is er voor zuivel en varkensvlees nu al een Europees productieoverschot. Het afbreken van deze importbescherming zal leiden tot verdere verlaging van prijzen en een kaalslag onder Europese familiebedrijven in de landbouw."

"Door de wederzijdse erkenning van standaarden zullen Europese bedrijven gedwongen worden ook te gaan lobbyen voor lagere normen, om de concurrentie aan te blijven kunnen. Europese boeren kunnen alleen aan de hoge Europese standaarden voldoen, als producten die aan lagere normen voldoen niet worden toegelaten. Wanneer de Europese Unie de maatschappelijke standaarden in de toekomst nog zou willen verbeteren, dan wordt dit vrijwel onmogelijk als TTIP doorgaat. Binnen de op te richten Regulatory Cooperation Body zullen onder grote druk van multinationals, nieuwe milieu- en sociale wetsvoorstellen worden beoordeeld op mogelijke handelsverstoring. Dit gebeurt dus buiten het zicht van gekozen volksvertegenwoordigers. Hoewel maatschappelijke organisaties ook hun inbreng kunnen leveren bezitten zij niet de financiële en organisatorische capaciteit die multinationals hebben. Door de ISDS-investeringsbeschermingsclausule zullen politici ook zeer terughoudend worden om maatschappelijke standaarden te verhogen uit angst voor miljardenclaims van multinationals."

Bron: Platform Boer Aarde Consument