Miljoenenboete voor kartel Nederlandse en Franse champignonverwerkers
Bij het kartel ging het om de verkopen van huismerk champignonconserven via tenderprocedures bij detailhandelaren en groothandelaren zoals cash-and-carry-bedrijven en professionele afnemers zoals cateringbedrijven. Het algemene doel van de kartelleden was het stabiliseren van de marktaandelen van de betrokken bedrijven en de prijsdalingen een halt toe te roepen. Om dit doel te bereiken, wisselden de bedrijven vertrouwelijke informatie over tenders uit, stelden zij minimumprijzen vast, spraken zij volumedoelstellingen af en verdeelden zij afnemers onder elkaar. Het kartel had de vorm van een niet-aanvalspact met een compensatieregeling in het geval van een overstap van een afnemer. Daarnaast werden vooraf afgesproken minimumprijzen toegepast. De inbreuk liep van 1 september 2010 en duurde in het geval van Lutèce tot 22 december 2011 en dat van Prochamp en Bonduelle tot 28 februari 2012.
In het kader van de clementieregeling 2006 van de Europese Commissie kreeg Lutèce volledige boete-immuniteit omdat het bedrijf het bestaan van het kartel onthulde. Daarmee ontliep de Nederlandse onderneming een boete van 20,7 miljoen euro voor haar deelname aan de inbreuk. Prochamp kreeg een 30% lagere geldboete vanwege de medewerking aan het onderzoek. Bovendien heeft de Europese Commissie, op basis van haar schikkingsmededeling van 2008, de geldboetes voor elk van de drie ondernemingen met 10% verlaagd omdat zij hun deelname aan het kartel en hun aansprakelijkheid in dat verband erkenden. Het betekent dat Prochamp 2,02 miljoen euro boete moet betalen en Bonduelle 30,21 miljoen euro.