Trans-Atlantisch Vrijhandelsverdrag negatief voor Oostenrijk

Het VS-Europese vrijhandelsverdrag TTIP zou alles bij elkaar genomen een negatieve uitwerking hebben op de Oostenrijkse arbeidsmarkt. In de landbouw- en in de voedingsmiddelensector zou het tot de grootste verliezen komen. Zo luidt de uitkomst van een omvangrijk onderzoek naar de effecten van het TTIP in Oostenrijk, dat onlangs in Wenen gepresenteerd werd. De door het 'Institut für Höhere Studien' (IHS) en de 'Österreichische Forschungsstiftung für Internationale Entwicklun (ÖFSE) uitgevoerde onderzoek werd opgesteld in opdracht van Spar, Bio Austria, NÖM en Greenpeace en ziet vooral gevaar voor de kleingestructureerde Oostenrijkse landbouw. Bedrijven met een oppervlakte tot 20 hectare zouden het sterkst getroffen zijn, wat overeenkomt met de gemiddelde grootte van Oostenrijkse landbouwbedrijven. In z'n totaliteit zou het TTIP de landbouw- en voedingsmiddelensector meer dan 4.600 banen kosten.

Alexander Egit, directeur van Greenpeace, vat samen: "Door het TTIP worden alle deuren opengezet voor de Amerikaanse economie die met lagere ecologische standaarden produceert. Het onderzoek toont aan dat daarmee vooral in de landbouw een aanzienlijk aantal arbeidsplaatsen verloren zou kunnen gaan." Alexander Egit verzoekt landbouwminister Rupprechter daarom om een regeringsbesluit te nemen dat zorgt voor een directe uitsluiting van alle landbouwsectoren bij de TTIP-onderhandelingen. Daarnaast zouden er ook andere 'giftanden' uit het verdrag verwijderd moeten worden – vooral speciale vorderingsrechten voor concerns en de regelgevende samenwerking. "Het is onacceptabel dat de minister nog steeds denkt dat hij onderhandelingsresultaten af kan wachten. Bij het TTIP is er voor de telers en voor het milieu niks te winnen, maar alles te verliezen", aldus Alexander.