Tussen 5 en 9 maart namen de Colombiaanse strijdkrachten een totaal van 8,1 ton cocaïne in beslag, waarmee ze een serieuze slag uitdeelden aan de drugsbendes. Middels tussen verschillende agentschappen gecombineerde operaties onderschepten de autoriteiten 5,3 ton aan drugs in de Golf van Urabá, 1,6 ton in de havenstad Santa Marta en nog eens 1,2 ton aan de grens met Ecuador.
Volgens een artikel op dialogo-americas.com werd de grootste partij gevonden op 9 maart in de Golf van Urabá. Deze Noordwest-Colombiaanse regio beschikt over grote plantages, dichtbij de grens met Panama. Meer dan 34.000 hectare is beplant met bananen, de belangrijkste motor van de economie in de regio. Illegale gewapende groepen gebruiken de geografische locatie van het gebied, dicht bij de kust van de Grote Oceaan en de Atlantische kust, om cocaïnetransporten vanuit het land op te zetten.
De 5,3 ton drugs werden verborgen tussen dozen bananen in containers die naar Europa zouden worden verscheept. Het schip was bestemd voor België en van daaruit zouden de verdovende middelen over het continent zijn verspreid. De straatwaarde van deze cocaïne had zo hoog kunnen zijn als 356 miljoen euro (436 miljoen dollar).