De regionale raadsman voor landbouw van de Canarische Eilanden, Narvay Quintero, heeft de bananensector opgeroepen om te blijven samenwerken, ook nu Henry Sicilia is opgestapt als de voorzitter van Asprocan, het samenwerkingsverband voor bananentelersorganisaties van de Canarische Eilanden. Quintero deed zijn beroep op de sector in een toespraak tot de commissie voor landbouw van het parlement van de Canarische Eilanden. Volgens de raadsman is er nu sprake van een belangrijk moment in de onderhandelingen voor het Posei-programma van de EU, dat bedoeld is om de landbouwproductie van de Canarische Eilanden te ondersteunen.
Quintero gaf aan dat hij wilde onderhandelen over de mogelijkheid om bananen van de Canarische Eilanden naar andere markten te exporteren als er sprake is van een overschot. Als het fruit niet opgenomen kan worden door de EU-markt, wordt dit doorgaans weggegooid of verwerkt tot veevoer. In 2016 was sprake van een recordvolume aan bananenproductie. Daarmee was echter ook een record gevestigd voor de hoeveelheid aan weggegooide weggegooide bananen, dat neer zou komen op 15 miljoen ton. Op dit moment zijn telersorganisaties nog verantwoordelijk voor het verwerken van dit overschot, dat in totaal neer kan komen op zo'n 5% van de totale productie.
Nu het Posei-verdrag en het landbouwbeleid van de EU binnenkort wordt herzien, wil de overheid van de Canarische Eilanden de mogelijkheid krijgen om dit overschot naar andere landen te exporteren. Dit moet dan op regelmatige basis mogelijk zijn in plaats van dat dit zoals nu alleen bij uitzondering en met uitdrukkelijke toestemming gebeurt. Momenteel worden er sporadisch bananen geëxporteerd naar Marokko.
Quintero heeft ook als verzoek dat het budget van het Posei-verdrag wordt vergroot. De Europese Commissie heeft in 2009 al toegegeven dat dit budget ontoereikend was om de kosten van een overschot op de Canarische Eilanden te dekken. Ook wordt er gevraagd om een speciaal landbouwontwikkelingsprogramma voor de buitenste regionen van de Canarische Eilanden. Verder wordt er bezwaar gemaakt tegen een nieuwe overeenkomst die andere landen een periode van vijf jaar geeft om hun biologische productie aan te passen naar de Europese wetgeving.
Bron: EFE