De vergadering in Brussel werd bijgewoond door de Federale Maritieme Commissie uit de VS, de Directoraat-Generaal voor Concurrentie van de Europese Commissie en afgevaardigden van het Chinese Ministerie van Transport. De aanleiding hiervoor komt door de vraag van groepen verladers aan de autoriteiten om meer toezicht te houden op de grote samenwerkingsverbanden voor zeetransport, die grofweg 90% van alle laadvermogen op de belangrijkste handelsroutes in handen hebben. De toezichthouders, die in december 2013 al samenkwamen om te discussiëren over de impact van uitbreidende zeetransport-allianties op concurrentie en dienstverlening, hadden het ook over havencongestie, dat over de hele wereld is op gaan spelen.
De vergadering komt enkele dagen nadat Europese verladers hun oproep voor meer toezicht op transport-allianties hadden herhaald en een voorstel hadden gedaan voor het creëren van fora om betere communicatie tussen verladers, toezichthouders en transporteurs te bewerkstelligen.
Vandaag de dag zijn zestien van de twintig grootste zeecontainervervoerders lid van de vier zogeheten "mega-allianties": 2M, Ocean Three, G6 en CKYHE. Hoewel deze samenwerkingsverbanden toestemming gekregen hebben van hun respectievelijke toezichthouders, vindt de Europese Raad voor Verladers nog steeds dat er sprake is van toenemende zorgen onder producenten, retailers en groothandelaren over dreiging op de lange termijn van een geconcentreerde zeecontainertransportindustrie door middel van allianties.
Deze ontwikkeling heeft een markt gecreëerd waarin het monopolie van de vier allianties enorme delen van de handelsroutes van de wereld overheerst volgens een rapport van de raad. De G6 heeft bijvoorbeeld nu meer dan 45% van het marktaandeel van routes tussen Noord-Amerika en Noord-Europa.