Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Paul Bleumink en Paul Ham tijdens Agro Businessclub Westland:

Grotere schepen vragen aanpassing havens

Tholen - Nederland is al jaren een belangrijke draaischijf in de wereldhandel, ook van verse producten. Tijdens de Agro Businessclub Westland spraken Paul Bleumink en Paul Ham over de uitdagingen die er liggen. Waar Paul Bleumink, mede auteur van het rapport over Mainport-Greenport, een groter beeld schetste, zoomde Paul Ham, van Europe Container Terminals, in op de positie van Rotterdam en veranderingen in de haven.
 
De handel en productie van verse producten in het algemeen is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse economie. Paul Bleumink noemt een paar cijfers: de jaarlijkse totale productiewaarde van de verse producten in de land- en tuinbouw ligt op 9 miljard, maar met de handel in versproducten gaat het jaarlijks om een exportwaarde van 19 miljard euro. Hieronder vallen alle verse producten, dus van groenten en fruit tot bloemen en planten. De handel in deze producten is hard gegroeid de laatste jaren, waardoor ook de Nederlandse regering het belang van deze sectoren in zag en een onderzoek liet doen, wat resulteerde in het rapport.


Paul Bleumink en Paul ham gaven een lezing. Bekijk hier de fotoreportage.
 
Concurrentie uitdaging mainports
Hoewel de handel hard gegroeid is, vraagt het vasthouden van de groeitrend en de positie als draaischijf in de handel inspanning. Beumink wijst op toenemende concurrentie van ander havens en luchthavens bijvoorbeeld in Duitsland en België. Zo heeft Schiphol een deel van haar marktaandeel als mainport verloren aan de luchthavens van Frankfurt, Luik en Brussel. Maar ook zeehavens in Oost- en Zuid-Europa timmeren aan de weg om een sterkere positie op te bouwen in het segment van de reefer containers.
 
Daarnaast moeten er nu al inspanningen geleverd worden om over enkele jaren bijvoorbeeld treinverbinding naar bestemmingen in Duitsland en Spanje te realiseren. Daarnaast moet er samengewerkt worden en is er betrokkenheid van alle partijen nodig om bijvoorbeeld intermodale opstappunten in Nederland uit te bouwen of op te starten zoals in het Westland. En om te kunnen investeren in bereikbaarheid van het Westland is het belangrijk dat ondernemers hun dagelijkse knelpunten (vertragingen) in kaart brengen met gegevens uit boordcomputers van de vrachtwagens, zodat de infrastructuur gericht aangepakt kan worden.


 
Grotere schepen vraagt aanpassing havens
De lezing van Paul Ham sluit perfect aan op het beeld dat Paul Bleumink schetst. Paul Ham zoomt in op de Rotterdamse haven en de Maasvlakte. Europe Container Terminals, met drie locaties in de Rotterdamse havens, behandelt ongeveer 15.000 containers per dag. Dat komt overeen met ongeveer 100.000 containers per week.
 
Paul Ham signaleert een aantal trends en ontwikkelingen. In de eerste plaats worden de schepen steeds groter, wat aanpassing van de havens vraagt. In puur praktische zin moet de haven diep genoeg zijn, de kade lang genoeg en moeten de kranen de grote schepen kunnen behandelen. Veel van de grote schepen, tegenwoordig met een capaciteit tot 18.000 TEU, varen op een lijndienst waarbij de schepen uit Azië enkele Europese havens aandoen om daarna terug te varen naar het Verre Oosten. De havens in zowel Europa als Azië hebben momenteel grote problemen om die grote zeeschepen snel te kunnen lossen vooral omdat de stackruimtes overvol zijn.


 
Snelle doorvoer noodzakelijk
Daarnaast krijgt ECT steeds vaker aanvragen van rederijen om voor een bepaalde periode containers in Rotterdam te stallen. Het idee is dat de zeereuzen door een bepaald aantal containers in Rotterdam te lossen, door kunnen varen naar andere zeehavens als Hamburg, om vervolgens op de terugweg de containers uit Rotterdam weer op te pikken. Ook verwacht ECT dat het aandeel van de reefers kan rekenen op een jaarlijkse groei van 4%. Paul Ham vertelt dat hoewel de West-Europese markt vrijwel verzadigd is er nog altijd veel groenten en fruit wordt doorgevoerd naar het achterland in het oosten.
 
Al die containers vormt een logistieke uitdaging gemiddeld staat een container een dag of vier in de haven voordat die opgehaald wordt. Voor de haven zou het beter zijn als de tijd die de containers in de haven doorbrengen zo kort mogelijk is. Daarvoor wordt gezocht naar mogelijkheden om via transport per spoor of binnenwater de containers naar het achterland te vervoeren. Om bijvoorbeeld een spoorverbinding op te zetten zijn echter bedrijven nodig die daarin willen investeren. Een treinverbinding kost veel geld en kan alleen rendabel zijn als er vanuit een hele sector wordt samengewerkt om de trein te vullen.

Meer informatie:
Buck Consultants International
Paul Bleumink
World Trade Center
Prinses Margrietplantsoen 51
2595 AM Den Haag
T: +31 (0)70 3352227
E: paul.bleumink@bciglobal.com
W: www.bciglobal.com

Europe Container Terminals B.V. (ECT)
Paul Ham
Europaweg 875
3199 LD Rotterdam
T: +31 (0)181 278045
E: paul.ham@ect.nl
W: www.ect.nl