Gezonde aardappelen
Tijdens de inleidingen en de geanimeerde discussie na afloop, ging het niet alleen over de gezondheid van aardappel voor menselijke consumptie, maar ook over de kwaliteit van pootgoed. Ons land heeft vanwege de uitstekende infrastructuur, de kwaliteit van het product en de snelle beschikbaarheid als daarom gevraagd wordt een sterke concurrentiepositie opgebouwd. Om die reden is de verwachting voor het toekomstig perspectief positief en zal ons land een vooraanstaande rol als pootgoedleverancier kunnen blijven vervullen. Dat gaat helemaal niet vanzelf en er zal hard gewerkt moeten blijven worden, maar de verwachtingen zijn positief en de vraag naar pootgoed blijft.
Dat wordt zeker ook bevorderd vanwege de goede waterefficiëntie van de aardappelteelt vergeleken met andere gewassen zoals graan. In ons land is dat minder aan de orde, maar grote delen van de wereld kampen met beperkte watervoorraden voor de landbouw. Aardappel is dan een efficiënt en betrouwbaar gewas voor de voedselvoorziening. Je ziet dan ook dat er in landen in het Midden Oosten, het noordelijk deel van Afrika, Brazilië maar ook China veel geïnvesteerd wordt in de teelt van aardappelen. Voor de voedselvoorziening in dichtbevolkte delen van de wereld neemt het een steeds prominentere plaats in en voor die ontwikkelingen kan ons land de leveranties van pootgoed doen. Dat biedt een goed toekomstperspectief voor de pootgoedsector.
Voor ons land is de kwaliteit van belang en onderwerp van discussie tussen producenten en gebruikers van pootgoed. Om de kwaliteit te verbeteren is het wenselijk om poters niet te hoeven snijden. Voor de teelt van pootgoed is er een verbod op het snijden ingesteld, maar ook voor de consumptieteelt zou het beter zijn als snijden achterwege blijft. Daarvoor moeten de poters niet te grof zijn en zou er geleverd moeten worden in aantallen in plaats van kilo's. Voor wat betreft het eerste werd vanuit de zaal voorgesteld om opnieuw een verplichte einddatum in te voeren. De heer Van Hoogen stelde daar tegenover dat het voor de kwaliteit ook goed zonder einddatum kan en dat telers in de pootgoedsector net als consumptietelers, graag veel kilo's oogsten.
Het is evident dat hoge opbrengsten wenselijk blijven als er per kilo afgerekend wordt. De hele pertinente vraag werd dan ook aan de orde gesteld of de handel per stuk net zoals in de bollensector ook niet voor pootaardappelen kan. Het antwoord was duidelijk: vanwege het grote volume is de technische capaciteit onvoldoende en niet beschikbaar om dat voor elkaar te krijgen. Er wordt wel gewerkt aan het bepalen van duizend knolgewichten en het opdelen van partijen in meer en fijnere maatfracties. Op die manier kan er heel nauwkeurig bepaald worden hoeveel knollen er in een partij zitten, en als een afnemer pootgoed wil voor een specifiek opgegeven oppervlakte, kan hij de daarvoor benodigde hoeveelheid precies krijgen. Dat zijn stappen voorwaarts, maar is nog geen exacte bepaling van het aantal. Met betere digitale technieken zal dat wellicht in de toekomst wel gaan lukken.
Een ander punt van aandacht over de relatie tussen producent en afnemer werd aan de orde gesteld. Een pootgoedteler die zich extra inspant gaat mee in de pool en kan niet iets extra's krijgen van zijn specifieke klanten, zelfs niet als die bereid is om extra te betalen voor die extra kwaliteit. Het is niet mogelijk om partijen bij de pootgoedteler te bekijken en specifiek daarvan een partij te ontvangen. In de enorme drukte is dat niet mogelijk en bovendien is Agrico geen detailhandel voor pootgoed. Er wordt geleverd aan grote afnemers zoals een frietfabrikant en die heeft de relatie met de consumptietelers. De één op één relaties tussen telers zijn niet mogelijk en de administratieve capaciteit daarvoor is niet beschikbaar.
Dat is jammer voor afnemers die daar prijs op stellen en ook jammer voor de pootgoedtelers die graag een stapje extra doen om hun klanten ter wille te zijn. Wellicht is daar nog een gat in de markt voor een onderneming die zulke één op één relaties tussen pootgoedtelers en consumptietelers wel kan bevorderen. Aardappelen zijn belangrijk en de gezondheid van het pootgoed is voor producenten en gebruikers van levensbelang. Het is de basis voor een goede opbrengst, die overigens in ons land al jaren op een constant niveau is. Veredeling van aardappelrassen gebeurt al heel lang en de genetische opbrengstpotentie is bijna helemaal benut; dat in tegenstelling tot bijvoorbeeld suikerbieten. Hogere opbrengsten zijn mogelijk als er veel aandacht wordt besteed aan een gezonde teelt. In ons Nederland is het beschikbare land al helemaal vol en hele gezonde maagdelijke akkerlanden zijn niet meer of nauwelijks beschikbaar om de volledige opbrengstpotentie te benutten.
Bron: LTO Noord