De Spaanse steenfruitoogst begon dit jaar later dan normaal – met zo'n twee weken vertraging in de vroegste teeltgebieden – en bleef het hele seizoen achter op schema. Hagelstormen hebben flinke schade veroorzaakt, waardoor de opbrengsten lager uitvielen. Tegelijkertijd was er minder concurrentie van derde landen en konden telers hogere prijzen realiseren. De vraag is nu: wegen die hogere prijzen op tegen de verliezen, en kan de sector weer gaan investeren in plaats van inkrimpen?
Volgens Santiago Vázquez, commercieel directeur van La Vega de Cieza, lag het aanbod van april tot half juli onder de vraag. Vooral hagel in Murcia, Catalonië en Aragón speelde de sector parten. Toch bleef de afzet goed op peil dankzij warm weer en een sterke consumptie in heel Europa. "Pas in augustus werd de markt rustiger en zakte de vraag wat in", vertelt Vázquez.
© Joel Pitarch | AGF.nl
Het bedrijf uit Murcia teelt jaarlijks zo'n 23 miljoen kilo steenfruit en 4 tot 5 miljoen kilo kaki's. Samen met zo'n zestig aangesloten telers bestrijkt het de hele steenfruitrange, waarvan 90% uit Murcia komt. Door teelt op verschillende hoogtes – van zeeniveau tot 500 meter – spreiden ze het oogstseizoen slim.
In Murcia liep de opbrengst dit jaar flink terug, vooral in de middellate en late teeltgebieden. De aanhoudende hagelbuien tussen begin april en eind juni zorgden voor forse schade aan meer dan 31.000 hectare fruitgaarden. In Catalonië, een van de belangrijkste teeltgebieden, lag de oogst zo'n 30% onder het potentieel, en veel fruit was niet geschikt voor verkoop op de versmarkt. "Verzekeringen dekken vaak maar een deel van de schade", legt Vázquez uit.
Door de schade in Spanje en de lagere export uit landen als Turkije, Griekenland, Hongarije en Moldavië, lagen de prijzen dit jaar duidelijk hoger. Nectarines brachten eind juni tot begin juli gemiddeld 25% meer op dan in 2024. Toch waarschuwt Vázquez: "Hogere prijzen betekenen niet automatisch meer winst. De opbrengsten per hectare zijn lager en de teeltkosten blijven stijgen. Arbeid is schaars en duur, en ook meststoffen en energie drukken steeds zwaarder op het resultaat."
Voor veel bedrijven die niet te zwaar getroffen zijn door hagel, zal de winst dus ongeveer gelijk blijven aan vorige jaren. "Ik durf niet te zeggen dat iemand dit jaar echt beter geboerd heeft", aldus Vázquez.
© La Vega de Cieza
Vázquez benadrukt dat de groeiende aanwezigheid van niet-EU aanbieders de sector structureel onder druk zet. Landen als Turkije en Moldavië breiden hun teelt van steenfruit snel uit en richten zich steeds meer op dezelfde rassen als Europese telers. "Turkije verkoopt vooral aan Rusland, maar kijkt ook nadrukkelijk naar Europa. Europese bedrijven – ook Spaanse – investeren daar zelf om goedkoper te telen. De sociale eisen en milieuregels liggen er immers veel lager. Zolang er geen 'spiegelclausules' komen die gelijke spelregels afdwingen, wordt de concurrentie steeds oneerlijker."
Abrikozen en platerina's: wisselende resultaten
De abrikozenoogst vertoont al enkele jaren grote schommelingen, met een dalende trend. 2025 was duidelijk zwakker dan 2024, dat nog het beste seizoen was sinds 2018. "We zien overal lagere opbrengsten, zowel in Spanje als in andere landen", zegt Vázquez. "Dat komt deels door klimaatverandering – minder koude uren in de winter – maar ook doordat oudere rassen simpelweg minder productief worden."
De platerina, de platte variant van de nectarine, wint langzaam terrein. "Wij produceren er al zo'n 2.000 ton van", zegt Vázquez. "Het is een smakelijke, handzame vrucht zonder pit. Toch haalt ze het niet bij de paraguayo, de platte perzik: die is sappiger, consistenter en heeft een trouwe schare fans. Sinds de introductie verdubbelde de consumptie van paraguayo's elk jaar. De platerina groeit wel, maar nog niet explosief."
Volgens cijfers van het Spaanse ministerie van Landbouw daalde het areaal aan steenfruit in 2024 opnieuw, tot 125.580 hectare – 15% minder dan in 2017. Vooral perzik is sterk teruggelopen (-23%), terwijl de nectarine het afgelopen jaar de grootste daling kende (-7,7%). Vrijwel alle grote teeltregio's krompen, behalve Aragón (+1,3%) en Castilla-La Mancha (+0,3%). In Catalonië, Murcia en Extremadura liep het areaal respectievelijk met 2,7%, 3% en 1,6% terug.