In Primeur nummer 1 van de tweede jaargang van 31 juli 1987, een artikel over Van der Have, over nieuwe rassen van zaai- en plantuien, die dit bedrijf in eigen huis veredelt.
Gekweekt in eigen huis: Van der Have komt met nieuwe rassen van zaai- en plantuien op de markt
"Het kweken van een nieuw ras mag je gerust beschouwen als een zware competitie met veel deelnemers die hun uiterste best doen om de top te bereiken. Die top is de uiteindelijke officiële erkenning dat de nieuwe rassen in de rassenlijst van de diverse EEG-landen zijn toegelaten. Maar voordat het zover is, moet je nogal wat teleurstellingen en tegenslag verwerken. Maar als de officiële toelating er een-maal door is, geeft dat een enorme voldoening en stimulans om door te gaan op zoek naar weer een ander nieuw uienras."
Peter Reijnhoudt uit het Zeeuwse Krabbendijke is bij het Koninklijk Kweekbedrijf en Zaadhandel D. J. van der Have te Kapelle (Zeeland) sinds 1974 belast met de uienzaadverdeling, gevestigd op het proefveldencomplex in Rilland. Deze dagen ontving hij het langverbeide bericht dat het door hem ontwikkelde nieuwe plantuienras onder de naam Novabo op de EEG-rassenlijst is geplaatst.
Grote bromvliegen zorgen voor de bestuiving van de zaadbollen
Voorjaar 1989 zal het zaad van dit nieuwe ras op de markt komen. Maar bij Novabo zal het zeker niet blijven. Wat de plantuien betreft wordt verwacht dat over enkele weken een tweede Van der Have-plantuienras wordt toegelaten. In de eerstkomende jaren zullen daar nog wel een paar nieuwe uienrassen bijkomen. Van der Have is hard op weg ook op het gebied van uienzaad een goede naam in de wereld te vestigen.
De heer Reijnhoudt keurt het resultaat van een der proefvelden van plantuitjes
Kruisingen
De geschiedenis van de ui gaat ver terug in de oudheid. Al de oude Egyptenaren wisten de specifieke smaak en andere eigenschappen van de ui te waarderen, gezien de afbeeldingen in hun geschriften.
Aangenomen wordt dat de oorsprong van de ui in Klein-Azië ligt waar nog altijd tal van wilde soorten van dit gewas voorkomen. De ui die we heden ten dage kennen is uit onnoemlijk veel kruisingen ontstaan en aan die kruisingen is nog lang geen eind gekomen. Peter Reijnhoudt: "Bij het zoeken naar een nieuw uienras gaan we uit van basismateriaal. In ons kweekprogramma leggen we de doelstellingen vast, gericht op de teelteigenschappen die we met het nieuwe ras voor ogen hebben, zoals de hoeveelheid droge stof die de ui moet bevatten, de opbrengst, de mogelijkheden voor industriële verwerking, de bewaarbaarheid en de vroegrijpheid. Lijnen die gebruikt worden in kruisingen moeten als het ware elkaar aanvullen wat de specifieke eigenschappen betreft. Tegenwoordig worden ook andere Europese en soms Amerikaanse rassen gebruikt. Bij de zaaiuien nemen de hybriden meer en meer de plaats in van de Rijnsburger selecties."
"In de jaren zestig gaf het Instituut voor Veredeling van Tuinbouwgewassen (IVT) met de uitgifte van basismateriaal (de z.g. A en B lijnen) de eerste aanzet tot de ontwikkeling van hybriden. In de jaren zeventig verschenen de eerste hybriden, door zaadfirma's ontwikkeld, op de markt en in de jaren tachtig zien we steeds meer hybriden op de rassenlijst verschijnen waaronder de nieuwe Van der Have-hybriden Marion en Marathon. In de komende jaren zullen eventueel de hybriden Marcel, Marbella en Markies het Van der Have-pakket aanvullen. Inderdaad mogen we dan ook gerust en met zekere voldoening vaststellen dat ons gerichte selectiewerk goede vruchten begint af te werpen."
De heer Reijnhoudt keurt de kwaliteit van twee uien op het poefveld voor plantuien
Nieuwe campagne
Van der Have, zo vernemen we van afdelingsdirecteur A. van der Have, heeft een nieuwe campagne in voorbereiding, waarin in het bijzonder wat de door dit bedrijf uitgebrachte uienrassen betreft, aandacht wordt geschonken aan de kwaliteit, opbrengst, vroegrijpheid en bewaarbaarheid.
"Het is nu eenmaal een hard gegeven dat de boer het liefst uien heeft die zo lang mogelijk bewaard kunnen blijven. Aan de andere kant heeft ook een ui met de beste eigenschappen een moderne bewaartechnische behandeling nodig wil hij die eigenschappen blijven behouden." De nieuwe Novabo-plantui kenmerkt zich vooral door de betere bolvorm. Wat de vroegrijpheid betreft valt Novabo in dezelfde categorie (middelvroeg) als de Sturon. Over de kg-opbrengst zijn nog geen exacte cijfers bekend.
Het door Van der Have geselecteerde uienzaad wordt op diverse lokaties in Frankrijk en Italië geproduceerd. Daarna worden de verschillende rassen ook in Nederland, zoals in de Flevopolder en in Zeeland, op proefvelden uitgezaaid. Het behoeft nauwelijks betoog dat het eindprodukt pas na een uiterst strenge keuring en selectie voor de verkoop wordt vrijgegeven.
Het bestuivingsproces in de gazen hoezen kan goed worden gevolgd.
Vliegbestuiving
De heer Reijnhoudt neemt ons mee naar een van zijn proefkassen waar de in het vorige voorjaar uitgeplante bollen nu in bloei staan en waarbij de bestuiving nu plaatsvindt. Dat gebeurt in hoezen van zeer fijn gaas met behulp van grote bromvliegen, die vliegend van zaadknop naar zaadknop voor de noodzakelijke verspreiding van het stuifmeel zorgen. Op deze natuurlijke wijze komt de zaadzetting tot stand en kan het zaad van elke plant apart worden geoogst om vervolgens het jaar daarop weer uitgezaaid te kunnen worden. De heer Reijnhoudt: "Deze bestuiving door vliegen is even doeltreffend als goedkoop. Het enige wat we moeten kopen zijn de vliegelarven." In een andere kas, die vol staat met prachtig gevormde uienzaadbollen, nemen bijen de bestuiving voor hun rekening. In de kas staat een bijenkorf die op gezette tijden door imkers uit de omgeving van de verzamelde honing wordt ontdaan.
De heer Reijnhoudt in de kas met uien die in bloei staan
Op de goede weg
Een bezoek aan de afdeling uienzaadveredeling van Van der Have in Rilland leert dat daar met veel kennis van zaken, wetenschappelijke benadering en doorzettingsvermogen wordt gewerkt om deze jonge loot van de onderneming tot volle wasdom te brengen. Afdelingsdirecteur Van der Have: "Dat zijn we als 109-jarige onderneming met een wereldwijde naam nu eenmaal verplicht. Naast onze know-how op het gebied van graszaden, suikerbieten, maïs, granen, zonnebloemen en koolzaad werken we hard om ons marktaandeel op uienzaadgebied aanzienlijk te vergroten. We denken dat we daarmee op de goede weg zijn," besluit de heer Reijnhoudt.
Bron: Primeur 01 | Jaargang 02 | Nummer 1 | 31 juli 1987