Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Arie van der Linden neemt na 42 jaar afscheid van de AGF-sector als hoofd kwaliteit

"Als er minder middelen zijn toegelaten moeten we ook de discussie over kwaliteitsnormering durven voeren"

Tholen - Na 42 jaar in de AGF-sector gewerkt te hebben, zwaaide Arie van der Linden op 5 januari op 67-jarige leeftijd af als Hoofd Kwaliteit van Bakker Barendrecht. Helemaal los van de sector is hij echter nog niet, want nog altijd runt hij met zijn broers het fruitteeltbedrijf Linfru in Oud-Beijerland. Tijd voor een terugblik op zijn loopbaan met de kwaliteitsman pur sang.

"Ik ben na mijn studie agrarische bedrijfseconomie in Wageningen in 1983 mijn carrière begonnen bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Dat was destijds in de tuinbouwvoorlichting, zoals je die toen nog kende. Ruim twaalf jaar ben ik daar actief geweest bij het adviseren van de tuinders, met name in de glastuinbouw", vertelt Arie. In 1995 volgde de stap naar het Kwaliteits-Controle-Bureau (KCB), waar hij anderhalf jaar de rol vervulde van adjunct-directeur.

Toen klopte The Greenery bij hem aan en maakte hij de overstap van de overheid naar het bedrijfsleven. Een roerige tijd, maar toch noemt Arie de overgang niet zo groot. "Al bij het KCB hadden we een privaat inspectiebedrijf opgericht. In die tijd wilden veel telersverenigingen op eigen benen staan en zochten ze onafhankelijke kwaliteitscontroles, waaruit destijds AQS is ontstaan. Toen moest ik al offertes maken, dus het commerciële aspect was niet helemaal nieuw voor me."

"Sterker nog, ik vond de overgang van het KCB naar The Greenery kleiner dan later van The Greenery naar Bakker Barendrecht. Bij The Greenery was er altijd veel reuring, bij Bakker kwam ik in een heel andere situatie terecht. Nu is de relatie tussen Bakker Barendrecht en Albert Heijn in mijn ogen dan ook wel een ideale situatie, waarbij je als partners samen kijkt hoe je vragen uit de markt kunt invullen. Dat is echt toekomstgericht werken en zorgde voor een hele fijne, rustige cultuur. Ik ben er toch van overtuigd dat de enorme versplintering in het aanbod die na de start van The Greenery ontstond niet in het belang van de telers is geweest met al die verschillende clubs die zelf de markt gingen bedienen."

Sigaren boven de producten
In de jaren '90 werden voedselveiligheid en milieu steeds belangrijker. "Maar discussies werden wel op een ander niveau gevoerd. Toen ging het er bijvoorbeeld over dat de dieseltractoren uit de veilinghallen moesten en aan het dock moesten laden. Voor de naburige tuinders was dat best lastig. Een echt grote discussie was dat de handelaren niet meer mochten roken in de loods. De meeste handelaren beoordeelden de kavels met een sigaar in hun mond en notitieboekje in de hand boven de producten. Nu kun je dat niet meer voorstellen, maar toen was het een hele discussie of we dat wel konden verbieden."

"Het is er onderhand niet gemakkelijker op geworden voor de telers, als je kijkt naar welke eisen er zijn op het gebied van energie, duurzaamheid, maar ook op het gebied van het sociale aspect. We hebben met elkaar zoveel systemen ontworpen, dat het voor de telers en leveranciers een enorm tijdrovende en kostbare activiteit is geworden. Als fruitteler ondervind ik aan den lijve hoeveel tijd het voldoen aan de GlobalGAP-eisen kost. Met name voor de kleinere ondernemers is dat heel lastig en het verschil tussen al die verschillende systemen is bijna niet uit te leggen. Binnen Bakker zijn we de laatste jaren behoorlijk druk geweest om het de teler makkelijker te maken, zodat hij al zijn gegevens op het gebied van bijvoorbeeld watergebruik, gewasbescherming, energie en certificering op één plek kan invoeren."

De recalls van afgelopen maand binnen de grootste Nederlandse supermarkten, maakte het voormalig Hoofd Kwaliteit van Bakker Barendrecht niet meer mee. "Dit blijft altijd vervelend, maar het valt niet helemaal uit te sluiten. Je doet zaken met zoveel leveranciers wereldwijd. Dan blijft het risico bestaan dat iemand zijn handen niet heeft gewassen of de spuitmachine verkeerd heeft afgesteld. Nul procent risico bestaat gewoon echt niet. En de kans op overschrijdingen is veel groter dan vroeger. Toen wij begonnen met het meten op gewasbeschermingsmiddelen kon je hooguit tien actieve stoffen meten, nu meer dan zeshonderd. Doordat we zoveel kunnen meten, komen er ook meer vragen."

Voorbeelden
Op de vraag van wie Arie in zijn carrière het meest heeft geleerd, komt hij met drie namen op de proppen. "Allereerst Aad Vijverberg, mijn eerste baas. Hij was hoofd tuinbouwvoorlichting op het proefstation in Naaldwijk en leerde me als er een vraag kwam altijd eerst goed na te denken, de feiten te onderzoeken en vervolgens ook onderbouwd met een antwoord te komen. In gevallen van bijvoorbeeld MRL-overschrijdingen moet ik nog weleens aan hem denken. Tegenwoordig wordt er in de media vaak gelijk moord en brand geschreeuwd alsof we niets meer kunnen eten, maar van Aad leerde ik om eerst te kijken wat er werkelijk aan de hand was. Zo'n afgewogen standpunt mis ik bijvoorbeeld in de discussie over minder verpakkingen. In deze discussie gaat de focus heel erg naar plasticreductie, zonder een integrale afweging te maken met daarbij de impact op de kwaliteit, houdbaarheid en productverspilling."

"Ook denk ik met veel respect terug aan Kees van Ast, de toenmalig voorzitter van het KCB. Hij had de gave om bij tegengestelde opvattingen alle mensen hun zegje te laten doen en vervolgens met een oplossing op de proppen te komen, waar iedereen mee uit de voeten kon. Zelf kon ik nog weleens vuriger reageren, maar je moest ook de mensen meekrijgen. Als derde wil ik Simone Hertzberger noemen, die hoofd kwaliteit en voedselveiligheid was bij Albert Heijn. Toen ik kwaliteitsmanager werd, zag ik haar als rolmodel, die eveneens de feiten liet spreken en rustig bleef in tijden van crises."

Als we Arie vragen naar zijn oordeel over de kwaliteit van de AGF in het schap, is hij positief. "Ik vind de Nederlandse producten nog altijd erg goed. Nederland heeft hierin altijd wel vooropgelopen, maar je ziet ook dat andere landen de teugels hebben aangetrokken. Vroeger brak er bij de start van het importgroenteseizoen altijd een kwalitatief mindere periode aan, maar die tijd is wel voorbij. Buitenlandse producenten hebben ook grote stappen gemaakt."


Vorig jaar ontving Arie de Impact Award van GroentenFruit Huis

Geen perfecte appel zonder middelen
"Tegelijkertijd zit de zorg ook niet bij de huidige kwaliteit, maar wel hoe die straks eruit gaat zien. Wij hebben hier in de Hoeksche Waard veel spruitentelers in de buurt en met het beperkte middelenpakket wordt het deze mannen bijna onmogelijk gemaakt om een goede kwaliteit te telen. Wanneer zij straks met een insectenplaag kampen en ze kunnen er niets tegen doen, dan kunnen zij niet de kwaliteit leveren die we met z'n allen verwachten. Ik snap dat sommige middelen moeten verdwijnen, maar in mijn optiek moeten we dan ook de discussie over de kwaliteitsnormering voeren. Je kunt nu eenmaal niet de perfecte appel telen, als je niet de middelen hebt om die plagen te bestrijden. Heel langzaam zie je hier wat meer begrip voor ontstaan, maar we zijn een beetje verwend geraakt met z'n allen."

Een overstap naar een andere sector heeft Arie nooit overwogen. "Ik heb altijd met ontzettend veel plezier in de sector gewerkt. Er is in de loop der jaren enorm veel veranderd in de land- en tuinbouw, maar we hebben nog ontzettend veel om trots op te zijn." De komende tijd kan hij nog meer tijd steken in zijn raadslidmaatschap in de gemeente Hoeksche Waard en het perenteeltbedrijf dat hij samen met zijn broers runt. "Dit is echt een familie-activiteit. We zijn niet al te grootschalig, maar hebben het bedrijf wel volgens de laatste standaarden ingericht met onder meer druppelbevloeiing, nachtvorstbestrijding en zijn modern ingericht op het gebied van automatisering. Het is mooi om hiermee bezig te zijn, er is altijd wel wat te doen, zoals gisteren het verwijderen van snoeihout."

Voor meer informatie:
Arie van der Linden
Mob: 06 10804858
[email protected]