In Kenia worstelt de aardappelsector met een ontoereikend aanbod van pootgoed van goede kwaliteit voor voorkeursvariëteiten, wat leidt tot een afhankelijkheid van het vermeerderen van gewoon aardappelpootgoed van lage kwaliteit. De Nationale Aardappelstrategie van 2021-2025, uitgebracht door het ministerie van Landbouw in het land, benadrukt een lichte verbetering in de toegang tot gecertificeerd aardappelpootgoed, ondanks de ontwikkeling, certificering en het uitbrengen van een groot aantal rassen. In het rapport worden de schaarste van basisaardappelpootgoed en de bederfelijkheid ervan als belangrijkste uitdagingen genoemd, die de opslag en afzet bemoeilijken.
De Kenya Agricultural, Livestock and Research Organisation (KARLO) doet, in samenwerking met lokale universiteiten en het International Potato Centre (CIP), onderzoek naar pootaardappelen in het KARLO-Tigoni National Research Centre. De potentiële rassen worden vervolgens voorgelegd aan KEPHIS voor evaluatie en certificering. Structurele veranderingen in de jaren 1990, waaronder de toewijzing van onderzoeksgrond aan particulieren, hebben echter geleid tot een tekort aan grond voor pootgoedvermeerdering bij KALRO Tigoni en ADC Molo, waardoor het probleem nog groter is geworden.
Het rapport wijst ook op de financiële beperkingen waar deze instellingen mee te maken hebben, wat hun vermogen om de sector effectief te ondersteunen beïnvloedt. Ondanks de cruciale rol van aardappelen als voedselgewas en inkomensgenererende onderneming, heeft de sector onvoldoende financiering ontvangen, hoewel sommige provincies hun begrotingstoewijzingen hebben verhoogd. In het rapport wordt voorgesteld dat spaar- en kredietcoöperaties (Saccos) groepsleningen verstrekken, waardoor telers toegang krijgen tot gecertificeerd pootgoed en andere inputs. Daarnaast wordt voorgesteld om mechanismen op te zetten om toegang te krijgen tot fondsen in het kader van de Agriculture and Food Authority Act en om financiële instellingen in te schakelen om financiële en verzekeringsdiensten op maat aan te bieden aan de aardappelsector.
Bron: KNA