Aardappelplanten die aan extreme rookontwikkeling worden blootgesteld, hebben lagere voor de markt geschikte opbrengsten dan planten die geen rook te verwerken krijgen, zo blijkt uit voorlopige gegevens van een gezamenlijk onderzoek van de University of Idaho en de Boise State University.
De resultaten verschilden naargelang het ras. Blootstelling aan rook van een zware natuurbrand leidde tot kleinere Clearwater Russets en meer onbruikbare en misvormde Russet Burbanks. Het project pompte kunstmatig nagebootste natuurbrandrook op aardappelpercelen bedekt met plastic.
De twee jaar durende studie probeert te begrijpen hoe langdurige blootstelling aan de rook van bosbranden de opbrengsten, de gewaskwaliteit en de chemische samenstelling van aardappelen beïnvloedt. Projectleiders Mike Thornton, een professor Plantwetenschappen aan de University of Idaho, en Owen McDougal, hoofd van de Faculteit Chemie aan de Boise State University, hopen dat het onderzoek helpt bij het identificeren van rookbestendige aardappelrassen.
"Als we rassen zien die minder gevoelig zijn voor rook, kunnen telers en verwerkers op de lange termijn opteren voor het gebruik van die rassen", aldus Thornton.
De voorlopige gegevens suggereren dat telers die Russet Burbanks telen grotere economische klappen te verwerken krijgen door rook dan telers die Clearwater Russets telen.
In Clearwater Russet verminderde blootstelling aan rook de opbrengst van aardappelen van meer dan 170 gram met 12%, zonder verandering in het percentage misvormde knollen. Blootstelling aan rook deed het maatprofiel van Russet Burbank aardappelen niet krimpen, maar er was een toename van 3% in knollen van meer dan 280 gram die misvormd raakten.
Het laboratorium van McDougal analyseerde de aardappelen, evenals de frites die door het Food Technology Centre van de University of Idaho in Caldwell werden verwerkt uit de experimentele knollen, onmiddellijk na de oogst en zal dit voorjaar na zes maanden opslag opnieuw een chemische analyse uitvoeren.
De chemische analyse van McDougal vond geen verschil in niveaus van asparagine – een aminozuur dat cruciaal is bij de productie van acrylamide, dat wordt aangetroffen in gefrituurd voedsel en mogelijk in verband wordt gebracht met kanker – tussen aan rook blootgestelde aardappelen en niet aan rook blootgestelde exemplaren. Hij zal ook evalueren hoe opslag van aan rook blootgestelde aardappelen het suikergehalte kan beïnvloeden, dat bijdraagt aan een donkerdere en minder gewenste bakkleur.
"We kijken ook naar de bewaring en of blootstelling aan rook een negatieve invloed heeft op de houdbaarheid van aardappelen", aldus McDougal.
Thornton en collega's van het Parma Research and Extension Center van de University of Idaho verbrandden van 11 juli tot 18 augustus elke ochtend drie uur lang een mengsel van hard en zacht hout in een roker en bliezen de rook over de aardappelpercelen onder plastic afdekkingen, waarbij de zeilen telkens werden verwijderd na de behandeling.
De rookniveaus in het experiment waren veel hoger dan de niveaus die in de natuur voorkomen, zelfs tijdens de ergste natuurbrandseizoenen, gaf Thornton nog mee.
Voor meer informatie:
John O’Connell
College of Agricultural and Life Sciences
Tel: +1 208-530-5959 (VS)
joconnell@uidaho.edu
Mike Thornton
University of Idaho
Tel: +1 208-291-6211 (VS)
miket@uidaho.edu