De afgelopen dagen hebben de vertegenwoordigers van de Landbouwcommissie van de Europese Unie de voorzitters van de verenigingen van de Europese groep van Paddenstoelentelers ontvangen. De GEPC, opgericht in 1980, is altijd een referentiepunt gebleken voor de sector en heeft in de loop van de tijd geleid tot de uitbreiding van de teelt van Agaricus Bisporus (champignon), om de import uit China te beperken en een belangrijke economische activiteit voor alle landen van de Europese Unie te creëren.
De Europese groep is een subgroep van Copa-Cogeca. Het bestaat uit 10 delegaties en vertegenwoordigt paddenstoelentelers uit Italië, België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Nederland, Polen, Spanje en Hongarije.
In 2022 waren deze 10 landen goed voor 94% van de totale Europese productie van gekweekte paddenstoelen. In Italië vertegenwoordigt AIF 93% van de Italiaanse paddenstoelenteelt en 95% van de substraatproductie voor Italiaanse telers. In 2022 werd in de EU-27 ongeveer 1,07 miljoen ton gekweekte paddenstoelen geproduceerd, waarvan twee derde bestemd was voor verkoop op de versmarkt.
In Italië is de productie stabiel met 62.000 ton paddenstoelen, waarvan er 54.000 op de versmarkt worden afgezet. De grootste paddenstoelenproducent in Europa is Polen, met een stabiele productie van 240.000 ton gericht op export naar Noord-Europa en Groot-Brittannië. Zowel voor de productie van champignons voor de versmarkt (code 07 09 51 00) als voor paddenstoelen voor verwerking is de EU-27 structureel zelfvoorzienend. De import uit derde landen loopt al enkele jaren terug.
De export van de EU-27 naar derde landen heeft zich ontwikkeld dankzij de verhoging van de volumes naar de Verenigde Staten, die 63% vertegenwoordigen van de totale Europese export. Tegenwoordig loopt de export naar de VS wat terug door een aanzienlijke verhoging van de invoerrechten op Europees product, ten voordele van import uit China.
Romeo Fuser, vertegenwoordiger voor Italië en hoofd van de delegatie tijdens de vergadering met de DG AGRI van de EU, onderstreepte het belang van het overleg tussen de Europese Groep en de Europese Commissie.
"We hebben de problemen in verband met de import en export kunnen delen. De vertegenwoordigers van de Europese Commissie hebben geluisterd naar de verzoeken van de GEPC, met de focus op een doortastend optreden ten aanzien van de invoerrechten van de VS (verdubbeld in één jaar tijd). Ook de gevoelige situatie als gevolg van de oorlog in Oekraïne kwam ter sprake, waarbij het herzien van de importquota, gezien de huidige situatie, door de Europese Unie zelf is opgeschort."
Romeo Fuser en Andrea Prando
"Een andere belangrijke kwestie die door de Groep aan de orde werd gesteld, had betrekking op het gebruik van turf in de dekgrond voor de teelt. Het wordt beschouwd als een "essentieel element" voor een goede opbrengst", vervolgde Fuser.
Risto Artjoki, Policy Officer Climate Change and Environment stelde de sector tijdens de bijeenkomst gerust dat het verbod op het gebruik van turf in de champignonteelt niet aan de orde van de dag is, maar dat er in de loop van de tijd wel naar een oplossing zal moeten worden gezocht die ecologisch en economisch duurzaam is.
De vergaderingen werden ook bijgewoond door Andrea Prando, voorzitter van de Italiaanse vereniging van paddenstoelentelers, die meewerkte aan het opstellen van het GEPC-programma en met name aan het onderwerp over turf.