Nadat de eerdere keuze om met de excursie van de TuinbouwBusinessclub naar Marokko te gaan vanwege alle Covid-risico’s voor de tweede keer was uitgesteld, stond het bestuur voor de uitdaging om een goed alternatief te kiezen. Mede omdat de trip naar het Westland vorig jaar al uitwees dat het lekkerste niet altijd per se van ver weg gehaald hoeft te worden, viel de keuze op Zuid-Limburg. Jos Caubo maakte onderstaand verslag
‘Dich beej hoëes’ past ook in een tijd waarin duurzaamheid gelukkig steeds vaker een vanzelfsprekende keus begint te worden.
Dat begon op donderdag 13 oktober al bij de rit naar De Reusch in Schimmert. Een enkeling daargelaten die om noodzakelijke reden voor de eigen auto koos, besloot nagenoeg iedereen ervoor om met de bus te gaan. Hoog boven de Zuid-Limburgse heuvels maakten we in de voormalige watertoren De Reusch kennis met het Regionaal Voedselsysteem Zuid-Limburg, in de vorm van een boeiend verhaal van mede-initiatiefnemer André Köppen. In één zin samengevat: wat je dichtbij haalt is vaak het lekkerste, het beste én het meest duurzaam.
Exact diezelfde basisprincipes hoorden we bij het volgende bezoek, bierbrouwerij Gulpener in Gulpen. Waar ‘educatieve’ bezoeken aan bierbrouwerijen niet zelden de naam hebben om steevast uit te monden in slemppartijen, werden we hier ontvangen met een duurzame brouwerslunch (vooruit: met een proefglaasje bier!), gevolgd door een gepassioneerde presentatie van commercieel manager Wouter Webbink. Duurzaamheid heeft voor een bedrijf alleen zin als de motieven ervoor zijn ingegeven door je hart en je buik, dat is wel zo ongeveer de essentie achter de filosofie van Gulpener. De rondleiding door het meest duurzame brouwhuis van Europa maakte duidelijk dat de uitspraak ‘put your money where your mouth is’ zeker op Gulpener van toepassing is!
Opzij, opzij, opzij….. De stiptheid van de reisleiding had nu en dan weliswaar wat maniakale trekjes, maar leidde er wel toe dat de bus aan het einde van de dag op de minuut ‘spot on’ voor de ingang van de bestuursvleugel van het Gouvernement kon parkeren. Met een ontvangst in de Statenzaal werd andermaal duidelijk dat onze club bij de Provincie wel een potje kan breken. Senior adviseur Annemiek Canjels verving de onverwacht naar Den Haag geroepen gedeputeerde Lia Roefs op professionele wijze en daagde ons onder meer uit om op een flink aantal prikkelende stellingen te reageren.
Via een ‘borrelbezoek’ aan Buitengoed Slavante, waarvan uw scribent niet zeker weet of de smakelijke hapjes net zo duurzaam als lekker waren, werd koers gezet naar Hotel l’Empereur in Maastricht. Een mooi diner in de balzaal was de afsluiting van een geslaagde eerste dag van de Inspiratietrip Zuid-Limburg.
Hoewel afsluiting? Een niet onaanzienlijk aantal deelnemers wilde nog graag wat extra inspiratie opdoen in de lokale horeca alvorens het bed op te zoeken. Daar waar schrijver dezes de afgelopen jaren nu en dan wat sleet meende te bespeuren op de ‘stap-conditie’ van dit gezelschap, doordat men bijvoorbeeld al om twee uur ’s nachts terugkeerde naar het hotel, zorgde nu de frisse en vernieuwende inbreng van enkele niet nader te noemen leden ervoor dat de ‘stap-conditie’ weer terug was gelijk het ‘pré-Covid’ tijdperk: om 5 uur (!) ’s ochtends was het dan toch eindelijk tijd om hotelwaarts te keren. Naar verluidt door een spoor van lege ‘Flügel’-flesjes terug te volgen, doch het is niet zeker of dit gerucht op waarheid berust.
Feit is dat de bus de volgende ochtend vijf minuten later vertrok dan gepland. De reisleiding bleek in een relatief milde stemming te verkeren en gaf de langslapers in het gezelschap de gelegenheid om nog op tijd mee te gaan naar de Chemelot campus. Dat dit niet helemaal lukte, deed niets af aan de welgemeende belangstelling waarmee de wél aanwezige leden even later op de campus aan de lippen hingen van directeur Loek Radix. Wát een visie, wát een strategie : een ronduit indrukwekkende presentatie, die werd gevolgd door een even indrukwekkende rondrit over dit qua grootte tweede industriële cluster van Europa. Waar inmiddels Duurzaamheid óók met een hoofdletter wordt geschreven!
Omdat naar verluidt het beste tijdstip om wijn te proeven ergens tussen 11 en 12 uur in de ochtend is, rolde de bus precies om 11.30 het parkeerterrein op van Wijndomein St. Martinus in het bergdorpje Vijlen. Hoezo strakke planning? Eigenaar en wijnmaker Stan Beurskens, al vele jaren op rij gelauwerd als beste wijnmaker van Nederland, ontving ons met open armen in het state of art proeflokaal. Een kleine drie uur later, bijna een heel uur langer dan gepland, liet Stan ons met moeite los: verrijkt, gelaafd en geïnjecteerd met passie, enthousiasme, kennis, wijn en wat dies meer zij. Wát een fantastisch bedrijf, met een bijna on-Nederlandse allure en uitstraling. Het wachten is nu op TuinbouwBusinessclub-leden die in Noord-Limburg of Brabant een wijndomein gaan beginnen. De kennis daarvoor kunnen ze bij Stan gaan ophalen, zo maakte hij duidelijk.
In het nabijgelegen Margraten nam biologische kruidenteler Frank Radder ons mee in zijn keuze voor de biologische teelt van een breed arsenaal kruiden, die voor een belangrijk deel via tuincentra worden afgezet.
Tja, aan alles komt een einde, om maar eens een cliché van stal te halen. Over stal gesproken: maar niet voordat we de tweedaagse trip afsloten bij Varkenshoederij Kuusj van Amy en Joshua Heuts. Het jeugdige enthousiasme van de 21-jarige Amy, die ons vanaf een plek tussen de ‘kuusje’ vertelde over hun droom om op ándere en natuurlijke wijze veeteelt te bedrijven, was aanstekelijk en leidde tot uitspraken van meerdere leden die zeiden ‘dát jonge stel gaat er wel komen.’ Duurzaamheid vanuit hart en buik, én met gezond verstand! Het bezoek aan Kuusj werd besloten met heerlijke hapjes uit eigen keuken en met een ‘worst voor thuis’ voor iedereen.
Conclusie: Margaten (en alle andere bezochte plekken) kan minstens zo inspirerend zijn als Marrakesh. Het is in elk geval duurzamer, zo veel is in deze twee dagen wel duidelijk geworden!
Bron: Jos Caubo, TuinbouwBusinessclub