De chili werd door Christoffel Columbus tijdens een Caribische verkenningstocht 'peper' genoemd toen hij op basis van de pittige smaak aannam dat deze verwant was aan zwarte peper. Kort nadat Columbus ze mee naar Spanje had genomen, werden ze van Afrika en India tot Azië en het Midden-Oosten geteeld.
Er zijn honderden soorten, allemaal onderdeel van het geslacht Capsicum. Gangbare soorten zijn rode of groene pepers, jalapeños en Anaheim, maar ook de minder bekende naga en piri-piri.
De hitte, die het sterkst is in de zaden en het witte merg, komt van capsaïcine, een krachtig antioxidant fytochemisch middel dat in verband wordt gebracht met vele gezondheidsvoordelen. Chilipepers zijn bijzonder rijk aan vitamine C, en leveren meer dan 100% van de aanbevolen dagelijkse waarde in slechts één klein pepertje.
Volgens een vorig jaar gepubliceerde studie in het tijdschrift Annals of Medicine and Surgery, waarin bijna 7.000 studies werden geanalyseerd waaraan meer dan 570.000 mensen deelnamen, hadden degenen die chilipepers consumeerden een significant lager risico op hart- en vaatziekten en kanker gerelateerde sterfgevallen dan mensen die ze niet consumeerden.
Bron: chicago.suntimes.com