Corné van Alphen is eind augustus benoemd als nieuwe directeur ‘National Plant Protection Organization’ (NPPO) bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Daarmee volgt hij Ton van Arnhem op die in augustus aantrad als landbouwraad in Washington voor het gebied Noord-Amerika (VS en Canada). Van Alphen werkte bij het ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit en heeft ruime ervaring in het fytosanitaire domein en in internationale gremia.
Drs. C.A.M. (Corné) van Alphen (57) woont in de regio Breda, studeerde bestuurskunde in Enschede en is direct na zijn opleiding van het ministerie van LNV gaan werken. Daar vervulde hij in 22 jaar diverse beleids- en staffuncties op verschillende terreinen, waaronder plantgezondheid. Sinds het jaar 2000 bekleedde hij vooral internationale functies bij het kerndepartement. In de periode van 2007-2018 was hij coördinator van het beleidsteam fytosanitair bij LNV en vertegenwoordigde hij NL en Europa in de International Plant Protection Convention. Daarna maakte hij als landbouwattaché vier jaar deel uit van de permanente vertegenwoordiging (PV) in Brussel. Daar hield hij zich onder meer bezig met visserij en het Brexit-dossier.
Rol NPPO
Corné van Alphen maakte de overstap naar de NVWA toen de vrijkomende NPPO-functie zich aandiende. NPPO staat voor ‘National Plant Protection Organization’. Elk land dat lid is van de International Plant Protection Convention (IPPC) dient een NPPO te hebben. Deze organisatie is verantwoordelijk voor het weren, bestrijden en vrijwaren van plantenziekten en -plagen. Nederland is geografisch klein, doch een wereldspeler op het gebied van plantgezondheid. Mede vanwege zijn grote handelsbelangen heeft Nederland de aandacht voor de NPPO-verantwoordelijkheden hoog te houden. De NPPO is ondergebracht bij de NVWA omdat daar de kennis, expertise en ervaring op fytosanitair gebied zit.
Publieke belang plantgezondheid
Corné van Alphen heeft vanuit zijn LNV-activiteiten al veel affiniteit met plantgezondheid, zowel fytosanitair als aan de beleidskant. Daarbij is hij als directeur van de NPPO – met in totaal circa 600 medewerkers – verantwoordelijk voor de inhoudelijke aansturing. In zijn rol zal hij zich inzetten voor het publieke belang plantgezondheid, onder andere via het stimuleren van innovatie in werkprocessen en het prioriteren van de inzetbaarheid van mensen en middelen. Ook het voortbouwen aan de relaties met (intern)nationale partners en stakeholders in het fyto-netwerk zal zijn aandacht vergen.