Ministers, ambtenaren en enkele experts uit de sector hebben de eis van de hand gewezen dat Nieuw-Zeeland de onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord met de EU had moeten verlaten omdat de overeenkomst niet aan de verwachtingen zou voldoen. Bronnen beweren dat er een risico bestond dat de EU zou hebben geƫist dat het monopolie van Zespri zou worden ontmanteld, met enorme kosten en verstoringen voor Nieuw-Zeeland. Dit was blijkbaar al vroeg in de gesprekken aan de orde gesteld, maar meteen verworpen door Nieuw-Zeeland. Er bestond echter de vrees dat de EU zou proberen het opnieuw ter sprake te brengen.
Er waren ook zorgen over het feit dat de EU zogenaamde 'verlengingen van octrooitermijnen' voor gewasbeschermingsmiddelen zou willen opleggen, wat betekent dat Nieuw-Zeelandse telers gedwongen zouden zijn om Europese gepatenteerde gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken in plaats van generieke merken. Ze richtten zich ook op generieke middelen, wat Nieuw-Zeeland miljoenen dollars had kunnen kosten.
De schijnbare haast om een deal te sluiten was ingegeven door de snel veranderende politieke situatie in Europa, met de opkomst van rechtse en groene partijen die tegen vrijhandel zijn. Zoals het er nu uitziet, heeft de Europese telersorganisatie COPA haar verzet tegen de vrijhandelsovereenkomst duidelijk gemaakt door te zeggen dat de overeenkomst voor hen pijnlijk is en hun 'gevoelige' sectoren in gevaar brengt.
Bron: ruralnewsgroup.co.nz