In Zuid-Tirol wachten de appeltelers op een beslissing van het hoogste Italiaanse administratieve gerechtshof over de vraag of conventionele gewasbeschermingsmiddelen wel of niet mogen worden gebruikt. Decennialang is men afhankelijk geweest van conventionele middelen om het voedsel te leveren dat het continent voedt.
Het werk om de kleine gemeenschap van Mals, een dorp dicht bij de Zwitserse en Oostenrijkse grens, conventionele gewasbeschermings-middelenvrij te maken, is een voortdurende strijd. Bijna acht jaar geleden nam de gemeente, die zich in de steek gelaten voelde door de nationale en EU-wetgeving inzake conventionele gewasbeschermingsmiddelen, het heft in eigen handen. De tuinbouw in Mals was intensiever geworden en dat bracht meer conventionele gewasbeschermingsmiddelen met zich mee. De plattelandsgemeenschap was vastbesloten om terug te slaan. In 2014 hielden ze een referendum waarbij driekwart van de inwoners stemde voor een radicale beperking van het gebruik van conventionele gewasbeschermingsmiddelen.
Het resultaat alarmeerde niet alleen telers die al fruitboomgaarden in de gemeente hadden. Het werd ook een probleem voor de hele provincie Zuid-Tirol, waar de appelsector een jaarlijkse omzet heeft van € 500 tot € 600 mln. De helft van alle appelen die in Italië worden geconsumeerd, wordt hier geteeld en 10% van de appelen die in heel Europa worden geconsumeerd.
Het biologische aandeel van 14% is relatief hoog in vergelijking met het Europese gemiddelde en de meeste telers gebruiken een geïntegreerde aanpak, waarbij het gebruik van conventionele gewasbeschermingsmiddelen wordt beperkt. Toch maakt de meerderheid van de aanplantingen nog steeds intensief gebruik van conventionele gewasbeschermingsmiddelen.
Bron: investigate-europe.eu