Ching werkt op een groot schip, als kok. En altijd als hij de soep opschept, krijgt hij commentaar op zijn Chinees-zijn. Maar hij trekt zich er niets van aan. Op een dag besluiten alle opvarenden om te stoppen met het pesten van Ching. Ze zeggen: “Ching, je hebt je zo goed gedragen de laatste weken, we zullen je niet meer pesten. Het spijt ons.” En dan zegt Ching: “Oke, oke, dan zal Ching ook nooit meel in de soep plassen!”