Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Keuze voor ondernemers voorop in alternatief plan waterkwaliteit

LTO Nederland, NAJK, NAV, POV, Cumela, BO Akkerbouw, NZO en Rabobank werken samen aan een maatwerkaanpak, als effectief, haalbaar en betaalbaar alternatief voor het 7e actieprogramma betreffende de Nitraatrichtlijn (APN). Om doelen rondom grond- en oppervlaktewaterkwaliteit te behalen moet bodem, gewas en het ondernemerschap van de boer en tuinder centraal worden gesteld. Daarbij moeten de meest effectieve maatregelen op de meest zinnige plek worden genomen – en krijgen ondernemers een keuzemogelijkheid tussen generiek beleid of maatwerk.

Het 7e APN heeft vergaande gevolgen voor boeren, tuinders en de verwerkende ketens. Het alternatieve plan waar het agrarisch bedrijfsleven aan werkt, houdt rekening met lokale omstandigheden en spreekt agrarische ondernemers aan op hun verantwoordelijkheid om maatregelen te treffen die passen binnen hun situatie en bedrijf. Deze aanpak borduurt voort op het in 2019 door LTO Nederland, NAJK en POV opgestelde en bij het ministerie van LNV ingediende 10-puntenplan.

Keuzemogelijkheid voor ondernemer
Het uitgangspunt voor het alternatieve plan is dat ondernemers een keuzemogelijkheid krijgen hoe zij aan het verbeteren van grond- en oppervlaktewaterkwaliteit willen gaan werken: óf via een generieke aanpak (het 7e APN), óf via een uitgewerkte maatwerkaanpak. Ons maatwerkplan komt dus niet bovenop het generieke beleid. Op uw bedrijf is van toepassing ofwel het generieke beleid ofwel ons maatwerkplan.

Het 7e APN bestaat uit voorschriften die in veel gevallen generiek voor heel Nederland gelden. Voor een klein deel van de ondernemers zijn beperkte of zelfs geen aanpassingen in de bedrijfsvoering nodig om aan dit beleid te voldoen. Zij kunnen kiezen om te werken aan de waterdoelen door de generieke aanpak te volgen. Voor de ondernemers die wél grote aanpassingen zouden moeten doen en op wie het generieke beleid een grote economische impact heeft, geldt dat zij kunnen kiezen voor maatwerk. Daarbinnen kunnen zij via een gebiedsgerichte aanpak doelgericht maatregelen nemen.

Maatwerk aanpak
Die opgaven die er liggen op het gebied van grond- en oppervlaktewaterkwaliteit zijn per bedrijf, bouwplan, grondsoort en regio verschillend. Bij de maatwerkaanpak wordt daarom gekeken naar specifieke opgaves die er liggen per landbouwregio of (deel)stroomgebied. Wanneer een ondernemer ervoor kiest om aan de maatwerkaanpak deel te nemen kan worden gekozen uit een set van wetenschappelijk onderbouwde maatregelen, die het beste bij het bedrijf, de lokale omstandigheden en de ondernemer passen.

Oppervlaktewater
Wanneer het oppervlaktewater betreft kunnen boeren en tuinders per regio kiezen voor maatwerk of voor het generieke programma. Regionaal maatwerk wordt in dat gebied verder uitgewerkt met behulp van een systematiek vergelijkbaar met die van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer en het Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer. De opgave van een individueel bedrijf wordt bepaald door verschillende factoren, zoals: afspoelingsrisico percelen, bouwplan en het gebruik van toedieningstechnieken voor bemesting. De maatwerkaanpak geldt voor het totale bedrijf, maar de aanpak kan per perceel verschillen. Boeren en tuinders zullen samen met overheden een plan van aanpak maken en die ook uitvoeren.

Grondwater
Wanneer het grondwaterkwaliteit betreft zal er per landbouwregio een gewenst N-bodemoverschot worden bepaald. Ondernemers die aan het maatwerkplan deelnemen moeten dit N-bodemoverschot gemiddeld (in een nog nader te bepalen periode van een aantal jaar) halen, beginnend in 2023. Per gewas wordt een regionaal standaard N-bodemoverschot gedefinieerd, afhankelijk van de gemiddelde landbouwpraktijken. Zo weet elke ondernemer de gevolgen van een keuze voor een gewas, wat betreft uitspoeling. Een ondernemer kan er natuurlijk voor kiezen om extra maatregelen te treffen die bijdragen aan het verminderen van uitspoeling, zoals bijvoorbeeld het gebruik van vanggewassen. Deze maatregelen zullen een positieve bijdrage hebben voor de N-bodemoverschot van dat jaar en daarmee zal de te behalen doelstelling voor het eigen bedrijf en de regio hebben sneller worden behaald.

De maatregelen zijn SMART, en daarmee handhaafbaar en controleerbaar. Op gebiedsniveau worden afspraken gemaakt over het realiseren van de doelen. Samen met de ondernemer wordt een plan uitgezet, waarmee in 2027 het bedrijfsdoel en daarmee het gebiedsdoel worden bereikt.

Monitoring
De keuze voor maatwerk is niet vrijblijvend: de ondernemer committeert zich aan het uitvoeren van de gekozen maatregelen. Als de waterkwaliteitsnormen niet worden behaald met de maatwerkaanpak, volgen er consequenties en valt de betreffende ondernemer terug op het generieke beleid. Een nog te selecteren gebiedspartij monitort, begeleidt, stuurt en borgt de realisatie van de doelen op gebiedsniveau.

Onderdeel van de maatwerkaanpak is dat er steekproefsgewijs nitraatresidu (NR) op perceelsniveau worden genomen waarvan de uitkomst aan een bepaalde bandbreedte moet voldoen. Nitraatresidu is de hoeveelheid nitraatstikstof (kg N/ha) in de bodem in de laag 0-90 cm onder maaiveld in het najaar. Deze aanpak maakt dat ondernemers druk voelen om te voldoen aan de eisen.

Vervolg
De effectiviteit van de maatwerkaanpak op het verminderen van de uitspoeling van nitraat naar het grondwater en de afspoeling van stikstof en fosfaat naar het oppervlakte water zal op nationaal niveau groter zijn dan het voorgestelde generieke beleid in het 7e APN. Voor het zover is, moet er nog veel werk verzet worden. In de eerste helft van 2022 wordt het maatwerkplan in overleg met LNV verder uitgewerkt en wordt bekeken wat nog nodig is om aan alle criteria te voldoen, zodat ondernemers op 1 januari 2023 kunnen kiezen voor ofwel het generieke beleid ofwel de toepassing van ons maatwerkplan op het bedrijf.

Bron: www.lto.nl 

Publicatiedatum: