Het Duitse Bureau voor de Statistiek publiceerde onlangs nieuwe cijfers over groenten- en tuinbouwproducten. Deze mededeling zorgde voor frustratie bij groententelers.
Een ondernemer verklaarde tegenover top agrar dat hij prei voor 40 tot 55 cent per kg aan de levensmiddelenhandel verkoopt. De totale kosten lagen door stijgende kosten echter op 75 cent per kg, maar de handel verhindert doorberekening van deze kosten, zoals het in andere branches normaal is. Voor de kratten die de handel bij de levering voorschrijft, moet bovendien een 'gebruikersbijdrage' van 60 tot 70 cent per krat betaald worden. Tegelijkertijd wordt er statiegeld van 4,30 tot 5 euro per krat gerekend, waarvoor wederom een 'transportbijdrage' van 40 cent tot 1 euro betaald moet worden. De handel zelf betaalt de vergoeding echter pas laat uit.
"Men zit bij de handel dus altijd met kosten, terwijl de uitbetaling van de levering pas maanden later komt. Terwijl de landbouw moet voorfinancieren, kan de handel in alle rust met het kapitaal van de telers werken", aldus de ondernemer.
Nadat de preiprijs licht gestegen was, daalt de prijs nu weer door een te groot aanbod. "Tegen mij wordt openlijk gezegd dat wanneer ik niet nu lever, men ook in België groenten kan bestellen", verklaart de man verder tegenover top agrar. "Mij stoort ook het woord regionaliteit. Dat zegt niets meer dan 'uit de regio'; ook heel Duitsland kan als regio gelden, en hoe past dan de dreiging met de inkoop in het buitenland daarbij?"
Naar zijn mening leidt de huidige situatie ertoe dat alleen nog kleine bedrijven die direct verkopen, of grote bedrijven die met de levensmiddelenhandel kunnen onderhandelen, overleven.
Bron: www.topagrar.com