Minister Blok van Economische Zaken en Klimaat heeft een nadere nota naar aanleiding van het verslag tot de wijziging van de Mededingingswet naar de Tweede Kamer gestuurd. In de nota worden samenwerkingsmogelijkheden in de landbouw- en voedingsketen nader toegelicht. Daarnaast wordt nader ingegaan op technische wijzigingen van het concentratietoezicht en de mogelijkheid tot privaatrechtelijke handhaving van het mededingingsrecht. Het mededingingstoezicht gebeurt in principe achteraf over afspraken die zijn gemaakt, aldus Blok.
Het kabinet vindt niet wenselijk om de uitsluitingen van het kartelverbod uit de Europese verordeningen expliciet op te nemen in de Mededingingswet of daarop gebaseerde regelgeving, omdat dat niet past in de systematiek van de Mededingingswet, waarin Europese afwijkingen en uitsluitingen rechtstreeks doorwerken. Het nationale mededingingsrecht mag niet strenger of soepeler zijn in situaties waarin het Europese mededingingsrecht mede van toepassing is.
Wel is er geconstateerd dat er in de landbouw onzekerheid bestaat over de toepassing van het kartelverbod. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gaat daarom in de Staatscourant expliciet meedelen welke gevallen zijn uitgesloten van het kartelverbod. Daarnaast zal de Autoriteit Consument en Markt een handreiking publiceren die de samenwerkingsmogelijkheden in de landbouw verduidelijkt en stimuleert teneinde de positie van de boer in de keten te versterken.
Het mededingingstoezicht gebeurt in principe achteraf over afspraken die zijn gemaakt. De Autoriteit Consument en Markt of de Europese Commissie geven niet op voorhand een ontheffing voor afspraken in de voedselketen. De regering ziet ook geen reden dit beginsel aan te passen. Er zijn wel mogelijkheden in de maak voor ondernemers in de voedselketen om vooraf meer zekerheid te krijgen over de verenigbaarheid van afspraken met het mededingingsrecht.
Zo ligt het wetsvoorstel 'Ruimte voor duurzaamheidsinitiatieven' op dit moment bij de Tweede Kamer voor behandeling. Dit wetsvoorstel biedt partijen de mogelijkheid om hun duurzaamheidsinitiatieven om te laten zetten in algemeen verbindende voorschriften. Gevolg hiervan is dat een aantal belemmeringen in het mededingingsrecht komen te vervallen.