Een enorme koudegolf eind maart en begin april heeft ertoe geleid dat de Oostenrijkse fruitoogst in 2020 ver onder het gemiddelde is gebleven. Vooral de steenfruitteelt werd getroffen, met in vele gevallen totale mislukkingen als gevolg van de strenge temperaturen onder nul, ondanks uitgebreide vorstbeschermingsmaatregelen. De opbrengsten van de hardfruitboomgaarden waren iets beter, maar nog steeds onder het gemiddelde. De oogst van zachtfruit zag wel bevredigende hoeveelheden.
Appeloogst minder dan gemiddeld door late vorst
Voor appelen werd een oogst van 160.100 ton (-13% ten opzichte van 2019) gerealiseerd. Meer dan driekwart van de appelen kwam uit Stiermarken. De lange late vorstperiode in april heeft een sterk opbrengstbeperkend effect gehad op de specifieke rassen. De door vorst aangetaste rassen vertoonden verminderde kwaliteiten zoals vorstringen en schilafwijkingen. Voor peren was de oogst van 8.200 ton aanzienlijk hoger dan in het zwakke jaar daarvoor (+30% ten opzichte van 2019), maar bleef toch binnen de marge van het tienjarig gemiddelde (-2%).
Grafiek: AMA
Recordverlies aan steenfruit, totaal verlies abrikozen
Er werd slechts 5.600 ton steenfruit geoogst, wat een laagterecord was. De oogst lag niet alleen ver onder het langetermijngemiddelde (-56% ten opzichte van het tienjarig gemiddelde), maar ook 64% onder het niveau van het voorgaande jaar. Vooral voor abrikozen hebben de extreme late vorst tot catastrofale tekorten geleid. Gemiddeld werd slechts 11 dt per hectare geoogst, wat betekent dat het productieaandeel van abrikozen is teruggelopen van gewoonlijk ongeveer 90% tot 60%. In heel Oostenrijk werd een oogst van slechts 950 ton genoteerd (-90% ten opzichte van 2019), wat 85% minder was dan het tienjarig gemiddelde. Ook de kersen hebben te lijden gehad van de late vorst na een vroege start van de vegetatiegroei. De oogst bedroeg hier 1.400 ton, 42% minder dan het jaar ervoor. De productie van pruimen lag met 2 000 ton op hetzelfde niveau als vorig jaar (+1%), maar de oogst lag 26% onder het langetermijngemiddelde. Dit was hoofdzakelijk te wijten aan vorst in de bloeitijd.
Opbrengst aardbeien verschilt van regio tot regio, opbrengst rode bessen groeit licht
De aardbeienproductie was bevredigend, hoewel deze iets onder het niveau van het vorige jaar lag (-2%). Hij bedroeg 13.300 ton, wat 3% meer is dan het gemiddelde over tien jaar. De vruchten waren hoofdzakelijk afkomstig van Neder-Oostenrijkse, Stiermarkse en Opper-Oostenrijkse teelt. Deze laatste leed zware verliezen als gevolg van vorst, zodat het productieaandeel van deze deelstaat daalde. Stiermarken daarentegen zag een uitzonderlijk hoge opbrengst. De rode bessen, die hoofdzakelijk afkomstig zijn van de Steirische productie, zagen met 3.200 ton een iets grotere oogst dan het jaar ervoor (+2%).
Groenten
Landelijke productiegegevens voor de groenteproductie 2020 zijn niet beschikbaar. De mate van zelfvoorziening varieert sterk naar gelang het seizoen. De Oostenrijkse tuinbouw heeft in de bestudeerde periode 751.000 ton aardappelen, 690.000 ton groenten en 399.000 ton fruit geproduceerd. De zelfvoorzieningsgraad bedroeg aldus 85% voor aardappelen, 55% voor groenten en 45% voor fruit.