Teun Koolen is mede-eigenaar van het familiebedrijf Koolen Champignons, een paddenstoelenteler gevestigd in de Wieringermeerpolder. Zijn opa verhuisde naar de Kop van Noord-Holland om er een landbouwbedrijf te beginnen, zijn vader koos er voor de champignonteelt. Beide bedrijven opereren nog altijd onder dezelfde vlag, maar het paddenstoelenbedrijf is uitgegroeid tot een speler met meer dan 150 medewerkers. Al 40 jaar worden er champignons geteeld met veel vakmanschap, kwaliteit en aandacht voor het milieu. In gesprek met ALDI vertelt Teun over het telen van de perfecte champignon, zijn duurzaamheidsambities en wat de consument zou moeten weten over zijn product.
Teun Koolen met zijn vader Leo en broer Koen
Kun je in het kort vertellen hoe je een perfecte champignon maakt?
‘Het begint allemaal met het voorbereiden van de compost, die voor het grootste deel uit stro bestaat. Aan de compost voeg je kleine korreltjes toe, waar uiteindelijk de champignons uit gaan groeien. Na het maken van de compost gaat het geheel onze cellen in, en daar gaan de klimaatinstallaties aan het werk. Die kunnen eigenlijk in korte tijd seizoenen nabootsen, en dat is nodig voor mooie champignons. In de eerste fase is het zomer, zo rond de 25 graden en vochtig. Wanneer je op de bovenlaag de eerste schimmel ziet ontstaan, begint de herfst. De temperatuur daalt en we creëren wind in de cellen. Na twee weken zie je al kleine champignonnetjes ontstaan, en daarna gaat het heel hard. Ongeveer een week later kunnen de champignons worden geoogst. Je moet wel precies het goede moment bepalen om dat te doen, want champignons groeien in deze fase hard. Onze medewerkers worden dan ook ruim twee maanden opgeleid om het perfecte moment te bepalen, en krijgen daarbij hulp van slimme apparatuur. En als de oogst voorbij is, groeit op dezelfde grond weer een lading champignons. Op die manier kunnen we met weinig ruimte toch veel voedsel produceren.’
Wat zou je de consument mee willen geven over champignons?
‘Mensen zijn vaak verbaasd als ik vertel hoe hard een champignon groeit, namelijk wel vijf procent per uur! Daarnaast is het goed om te benadrukken dat champignons gezond zijn. Ze bevatten weinig calorieën, maar wel veel eiwitten en vitamine D. Wij geloven dan ook dat champignons en andere paddenstoelen een belangrijke rol gaan spelen in de voedseltransitie die we zien, van vlees naar plantaardig.’
Duurzaamheid is belangrijk voor jullie bedrijf. Hoe kun je op een duurzame manier champignons telen?
‘Dat zit hem in een aantal dingen, zoals het tegengaan van verspilling en het opwekken van energie. Om mooie champignons te krijgen moeten sommige kweekcellen worden verwarmd, en sommigen juist worden gekoeld. Bij ons gaan die processen samen: als we warmte uit de ene installatie halen om te koelen, dan verwarmen we daar de andere installatie mee. Dat heeft een enorme besparing tot gevolg. Ons bedrijf wekt meer energie op dan we verbruiken, mede door de 4000 vierkante meter zonnepanelen op het dak.
Daarnaast is het mooi dat ons bedrijf veel materialen kan hergebruiken. Dat komt door de combinatie met het landbouwbedrijf. Wanneer we compost overhouden, kunnen we dat op het landbouwbedrijf gebruiken om de bodem te verbeteren. En daar houdt het nog niet op, want het landbouwbedrijf verbouwt gewassen die weer als voeding voor de champignons kunnen dienen. Die korte ketens, daar geloven wij in. Circulair ondernemen is de laatste jaren pas populair aan het worden, maar bij ons zat het allang in het DNA. We waren niet voor niets een van de eerste telers met een PlanetProof-keurmerk.’
Heeft het PlanetProof-keurmerk alleen met energie te maken, of is er meer nodig om hier aan te voldoen?
‘Energie is een belangrijk onderdeel, maar zeker niet het enige. In de champignonteelt is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ook belangrijk, want als je te maken krijgt met insecten komt je oogst serieus in gevaar. Je kunt dit voorkomen door chemische middelen over de champignons te spuiten, maar dat willen wij niet. Champignons zuigen dat op. Daarom zetten we liever de natuurlijke vijand van het ongedierte in, zogenaamde aaltjes. Dat zijn heel kleine wormpjes die de eitjes van het ongedierte stukmaken. Zo blijft je oogst beschermd zonder dat je chemische spullen hoeft te gebruiken.’
Wat zijn je ambities op het gebied van duurzaamheid?
‘Voor de champignonteelt is best veel water nodig. Maar grondwater is hier te zout, en het regenwater is vaak te vervuild om te gebruiken. Daarom willen we investeren in een waterzuiveringsinstallatie, waarmee we regenwater kunnen opvangen, opschonen om het te kunnen gebruiken voor de teelt. Het zou mooi zijn als we op die manier niet alleen energie en grondstoffen, maar ook water kunnen hergebruiken.’
Maak je met ALDI afspraken over duurzaamheid?
‘Zeker, en dat vind ik ook het mooie van onze samenwerking met ALDI. Duurzaamheid staat bij iedereen hoog op de agenda, maar het kan soms lang duren voor er echt iets verandert. Bij ALDI pakten ze dat anders aan en zeiden ze: Teun, we gaan hiermee aan de slag, we gaan dit gewoon doen. En een paar maanden later hadden we alle verpakkingen duurzamer gemaakt. Zo kan het ook.’
Waar ben je trots op?
‘Het maakt me niet alleen trots dat wij een lekker product maken voor de consument, maar ook de manier waarop. Paddenstoelen zijn heel geschikt om circulair te telen, op een heel klein oppervlak en om de overgang naar meer plantaardige voeding te versnellen. Iedereen roept dat ze de wereld wat beter willen achterlaten, en in wezen doen wij dat al. Ik ben ook trots op alle medewerkers die daar iedere dag klaarstaan om daarvoor te gaan.’