“In de tweede week van juli is de verhouding tussen vraag en aanbod meer in evenwicht. De smaak en de goede kwaliteit van onze druiven maken het mogelijk verschillende oogstcycli te hebben. De telers en verpakkers kunnen dit ritme goed volgen en letten hierbij op de trends en keuzes van de consument. De consument heeft op deze manier druiven die altijd vers, rijp en klaar voor gebruik zijn,” zegt Calogero Montana, CEO van de Italiaanse Montana Groupe.
“Vraag en aanbod zijn, ondanks de grote hitte in Italië en de kou en regen in Midden- en Noord-Europa, met elkaar in harmonie. De ongunstige weersomstandigheden hebben de consumptie niet afgeremd, maar dit ontwikkelt zich juist positief dankzij twee essentiële factoren: een druif met een hogere brixgraad dan in andere jaren (tussen 17 en 18 graden) en een prijs die € 0,10 à € 0,20 lager ligt dan vorig jaar. Door beide factoren kunnen consumenten met smaak eten en minder betalen, wat meer aankopen oplevert.”
Calogero Montana
“Op dit moment oogsten wij de Victoria en Black Magic rassen, die altijd populair zijn geweest bij consumenten in Frankrijk en de rest van Europa. De prijzen liggen iets lager dan in 2020, met een marge voor de telers die schommelt rond -15%. Dit mag niet als een vermindering worden beschouwd, want wij hebben geen productverlies. We oogsten en verkopen alles. We gooien dit jaar niets weg.”
“Aan degenen die zeggen dat Covid de consumptie heeft beïnvloed, antwoord ik dat de enige wezenlijke verandering de verpakking is geweest, die om gezondheidsredenen weer in het leven is geroepen. De consument geeft de voorkeur aan gewassen die niemand met zijn handen kan aanraken, dus er moest worden geïnvesteerd in nieuwe vormen van gesloten verpakkingen, die 100% duurzaam zijn.”
“Er is veel verwarring over het begrip kwaliteit. Enerzijds blijft de biologische teelt groeien, hoewel het nog steeds om een minderheidsaandeel gaat in vergelijking met de conventionele en de geïntegreerde teelt. Anderzijds zijn handelaren op zoek naar lage residuen, terwijl controles vaak afwijkingen melden. Misschien moet er meer overleg komen tussen productie en retail en landbouwdeskundigen zouden in deze fase een grotere rol moeten spelen.”
“De echte vijand van onze Siciliaanse en Italiaanse producties in het algemeen is niet de buitenlandse concurrentie, maar het gebrek aan infrastructuur en logistiek. Dit zou veel efficiënter moeten zijn. De concurrentie speelt zich af op het gebied van kosten en tijd. Italië wordt door zijn geografische ligging benadeeld bij het vervoer van het zuiden naar de rest van Europa. Ook is er sprake van een verouderd wegennet en dat vraagt om een beroep op de verantwoordelijkheden van de bevoegde organen.”
“Een ander pijnpunt in deze periode is de stijging van de grondstofprijzen, die onze huidige en toekomstige investeringen sterk beïnvloedt. We moeten ons weer gaan richten op Made in Europe, ook al is de teelt uiteindelijk duurder. Winst is niet alles. De beschikbaarheid van materialen en hygiëne betekent vaak het verschil tussen leven en dood. China heeft ons in zijn greep. Het is erg moeilijk zaken doen, met prijsschommelingen en gemiste leveringen, waardoor het lijkt alsof wij onbetrouwbaar zijn.”
“De hoge temperaturen blijven nog enkele weken problemen opleveren voor de gewassen, vooral op Sicilië. Op dit moment kampen we met droogte en we hebben niet de mogelijkheid om op al onze percelen tegelijk te irrigeren. Wij hebben ook last van een gebrek aan mankracht. Het instrument van het zogenaamde burgerschapsinkomen zou op een meer doeltreffende en voor de gemeenschap bruikbare manier moeten worden heroverwogen”, besluit Montana.