Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Herstel in de horeca pas in 2022

Horecaschuld aan banken en overheid met 50% toegenomen

Vanwege een langere lockdown dan eerder verwacht past het ING Economisch Bureau haar raming voor de horeca neerwaarts aan. Het omzetverlies uit 2020 wordt dit jaar bij lange na nog niet goedgemaakt. De verwachting is dat het grote herstel pas in 2022 plaatsvindt, zo blijkt uit het vandaag gepubliceerde Vooruitzicht horeca. Ondanks dat de sector zich in zwaar weer bevindt en de schuld aan banken en de overheid met 50% is toegenomen blijft het aantal faillissementen tot dusverre uitzonderlijk laag.

Grote herstel pas in 2022
Ondanks dat de terrassen volgende week, onder voorwaarden, open kunnen valt de omzetgroei voor dit jaar lager uit dan eerder verwacht. Dit is mede doordat de opening van restaurants niet eerder wordt verwacht dan eind mei. ING verwachtte in december nog dat de horeca dit jaar een omzetgroei van 35% zou realiseren, inmiddels rekent de bank op een omzetgroei tussen de 10% en 15% ten opzichte van vorig jaar. Aangezien de omzet in het derde kwartaal vorig jaar ook sterk aantrok, zal met name het vierde kwartaal het verschil maken. Daarmee wordt echter het omzetverlies uit 2020 eind dit jaar bij lange na nog niet goedgemaakt. De verwachting is dat het grote herstel daarmee doorschuift en pas volgend jaar plaatsvindt.

Laag aantal faillissementen
Hoewel de sector in zwaar weer verkeert blijft het aantal faillissementen tot dusverre relatief laag. Vorig jaar gingen weliswaar 13% meer horecabedrijven failliet dan in 2019, maar zeker in de tweede helft van 2020 en het eerste kwartaal dit jaar ligt het aantal faillissementen beduidend lager dan het langjarig gemiddelde. Dit komt door een drietal factoren:

  1. Bedrijfsbeëindiging in plaats van faillissement.
  2. Financiële overheidssteun.
  3. Veel bedrijven zijn flexibeler geworden waardoor ze sneller kunnen op- en afschalen.

Vooral eenpitters stoppen er mee
Uit de eerdere financiële crisis blijkt dat het risico op faillissement in de horeca relatief laag is. Doordat er doorgaans weinig kapitaalgoederen zijn is het relatief eenvoudig om het bedrijf zelf ‘geordend’ te beëindigen. Het aantal bedrijfsbeëindigingen in de horeca nam vorig jaar dan ook met 13% toe. Dit betrof met name bedrijven zonder personeel. Het aandeel bedrijfsbeëindigingen van horecabedrijven met personeel ten opzichte van het totaal aantal horecabedrijven bleef daarentegen gelijk aan 2019. In het eerste kwartaal van 2021 waren er in de horeca 1700 bedrijven die beëindigd werden, 10% minder ten opzichte van het eerste kwartaal 2020.

Schuldenlast met 50% toegenomen
Door de dubbele lockdown moeten bedrijven drastisch in de kosten snijden en hun financiële reserves aanspreken, voor zo ver die er nog zijn. Naast het inzetten van eigen vermogen zijn bedrijven ook meer gaan lenen. De schuldenlast aan banken en de overheid is in de horeca in een jaar tijd dan ook met 50% toegenomen. Daarbovenop komt nog de schuld aan leveranciers. De bancaire schuldenlast is met 1,5 miljard euro toegenomen, van 4,4 miljard naar 5,9 miljard. Daarbovenop komen de uitgestelde belastingen (0,8 miljard euro). Vooral dankzij de financiële steunmaatregelen van de overheid weten veel horecabedrijven het hoofd boven water te houden. Vorig jaar ontving de sector 2,8 miljard euro aan loonkostenvergoeding (NOW-regeling) en vergoeding voor vaste lasten.

Dankzij flexibele personeelsschil snel op- en afschalen
Een derde factor ten slotte betreft de flexibiliteit van bedrijven. Zo zijn veel horecabedrijven relatief snel overgeschakeld op bezorgen en afhalen. Bovendien kunnen ze door de toegenomen flexibilisering van het personeel in de afgelopen jaren hun personeel snel op- en afschalen wanneer dat nodig is. Zo gingen er tijdens de eerste lockdown 89.000 banen verloren en eind december 2020, te midden van de tweede lockdown, nog eens 77.000. In het derde kwartaal, toen er versoepelingen waren, steeg het aantal banen, met 59.000, echter ook weer snel. In een jaar tijd is uiteindelijk bijna een kwart van de banen in de horeca verdwenen, wat neerkomt op 106.000 banen. Het aantal horecabanen zal echter weer opveren zodra de eerste versoepelingen een feit zijn. In eerste instantie gaat het dan met name om banen op oproepbasis.

“De horeca heeft een zwaar jaar achter de boeg”, aldus Katinka Jongkind, sectoreconoom Leisure bij het ING Economisch Bureau. “Maar na een stroeve start in 2021 vindt de horeca vanaf de tweede helft van het jaar weer de weg omhoog. De mate van herstel is grotendeels afhankelijk van de snelheid waarmee de beperkende maatregelen worden teruggedraaid. Zowel het derde als het vierde kwartaal worden voor veel horecaondernemers de piekmomenten om verloren omzet terug te halen. Het grote herstel voor de sector zal echter pas volgend jaar plaatsvinden.”

Klik hier voor de hele publicatie. 

Publicatiedatum: