Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Heeft koolstofdioxide invloed op de bakkleur van aardappelen?

Er wordt binnen de sector over het algemeen veel druk uitgeoefend op managers van aardappelkoelhuizen om de koolstofdioxideconcentratie (CO2) nauwlettend te monitoren. De meningen hierover lopen echter nogal uiteen. Bewaringsexperts van Sutton Bridge Crop Storage Research proberen een einde aan deze meningsverschillen te maken met behulp van de proef met de bewaring van aardappelen.

Gedurende de bewaring ademen de aardappelen en geven zij CO2 af. In koelhuizen ontstaan concentraties van dit gas dat automatisch of handmatig kan worden afgevoerd.

Momenteel wordt aanbevolen om het CO2-gehalte onder de 3.000ppm te houden, wat doorgaans gezien wordt als het gewenste niveau om een optimale bakkleur tijdens verwerking te garanderen. Hoewel het ten tijde van het gebruik van CIPC geen probleem was om onder deze waarde te blijven, vereist de toepassing van muntolie (Biox-M) aanzienlijke aanpassingen in de bewaring en zijn er zorgen ontstaan over het effect van de CO2-opbouw op de kwaliteit van de aardappelen. 

Muntolie en sluitingsperiode
Na toepassing van muntolie dient de bewaring minimaal 48 uur afgesloten te blijven voor een optimale absorptie. Het SBCSR heeft onderzocht of de CO2-opbouw die hiervan het gevolg is, effect heeft op de bakkwaliteit van industrieaardappelen.

Er werden twee verschillende benaderingen vergeleken. Eén waarbij de concentratie niet boven de 3.000ppm kwam en waarbij de sluitingsperiode na toepassing van de muntolie 48 uur bedroeg en één waarbij een concentratie tot 10.000ppm werd toegestaan en een sluitingsperiode van 72 werd aangehouden. Na 35 weken werden er geen significante verschillen in de bakkleur vastgesteld tussen de twee, op basis waarvan aangenomen kan worden dat CO2 geen bepalende rol speelt voor de bakkleur. 

Het is echter wel cruciaal dat er geen ethyleen aanwezig is. Bronnen van ethyleen kunnen vernevelaars op benzine zijn, contaminatie door de toepassing van kiemremmende middelen in een aangrenzende opslag of simpelweg de uitlaatgassen van diesel heftrucks. 

Eerder onderzoek heeft uitgewezen dat de wisselwerking tussen CO2 en ethyleen een desastreus effect heeft op de bakkleur. Bij deze studie was er sprake van een zeer laag ethyleengehalte (0,25ppm) en zorgde de CO2 voor een donkerder bakkleur. Hoe hoger het CO2-gehalte, hoe donkerder de bakkleur. 

Houd CO2 in de gaten en kies vernevelaar zorgvuldig uit  
Wanneer de bakkleur belangrijk is voor je klanten dan wordt bij toepassing van Biox-M het gebruik van een elektrische of vernevelaar met warmtewisselaar aanbevolen. Dit zal de aanwezigheid van ethyleen voorkomen in de periode dat de bewaring wordt afgesloten na toepassing van muntolie en de impact op de bakkleur minimaliseren. 

We suggereren niet dat het koolstofdioxidegehalte niet gemonitord hoeft te worden wanneer er ethyleen wordt gebruikt als kiemremmend middel. Bij deze systemen is het cruciaal om het CO2-niveau regelmatig te controleren. 

Voor meer informatie: 
Adrian Briddon
AHDB
+44 0800 02 82 111
adrian.briddon@ahdb.org.uk

Publicatiedatum: