In de Verenigde Staten blijft het mogelijk om producten geteeld op substraat als biologisch te certificeren. Dat is de uitkomst van een langlopende rechtszaak.
In Europa is het een vereiste om biologisch te kunnen telen: de wortels van een plant moeten in de vollegrond staan. In de VS en in Canada is dit niet zo. Daar kan een product ook als biologisch gecertificeerd worden als de plant met de wortels in een natuurlijk substraat staat, of op een manier gevoed wordt die binnen de regels van de certificeringsorganisatie USDA past.
Dit onderwerp is echter al tientallen jaren een punt van discussie. Verschillende biologische vollegrondstelers vinden dat de USDA helemaal geen goedkeuring moet geven aan bedrijven die telen op substraat. Ze zeggen dat dit niet de bedoeling is geweest van de OFPA, de Amerikaans wet waarin staat waar biologische producten aan moeten voldoen.
De USDA bleef echter standvastig. Nu heeft de organisatie ook gelijk gekregen van de rechter in San Francisco. Die zegt dat de organisatie de OFPA regels juist heel goed volgt. Dat betekent dat o.a. tomaten, paprika's, aardbeien, bladgroenten en kruiden ook biologisch kunnen zijn als ze niet in de vollegrond worden geteeld, maar in substraatmatten of containers.
De Coalition for Sustainable Organics laat in de persoon van Lee Frankel weten blij te zijn met de uitspraak. "Het besluit is een belangrijke overwinning voor producenten en consumenten. We willen biologisch juist toegankelijker maken voor veel consumenten en het aanbod diversifiëren."
Door de COVID-19-pandemie is de vraag naar verse biologische groenten en fruit volgens hem verder toegenomen, omdat consumenten op zoek zijn naar gezond voedsel om hun immuunsysteem te versterken en de gezondheid van hun gezin te beschermen.
Voor meer informatie:
www.coalitionforsustainableorganics.org