De Spaanse citrussector, bij monde van verschillende belangrijke telersorganisaties zoals Cooperativas Agro-alimentarias de España, Comité de Gestión de Cítricos, UPA, AVA-ASAJA, Fepac-ASAJA, ASAJA Alicante, LA UNIÓ de Llauradors i Ramaders en CCPV-COAG, beschuldigen de Organisatie van Citrustelers van Zuid-Afrika ervan "te liegen over het fytosanitaire risico dat zijn export naar de Europese Unie inhoudt."
Zo beschouwt de sector de recente verklaring van Deon Joubert, vertegenwoordiger van de Zuid-Afrikaanse vereniging in de EU, dat de nog niet in de EU aanwezige quarantaineplaag Thaumatotibia leucotreta of Afrikaanse fruitmot alleen Navel- en Valencia-sinaasappelen en niet mandarijnen of grapefruits zou aantasten als absoluut onjuist.
De argumenten die de Spaanse citrusorganisaties aanvoeren zijn dat mandarijnensoorten en grapefruit ook als gastheer voor de Afrikaanse fruitmot zijn opgenomen in het Rampenplan van het Spaanse ministerie van Landbouw m.b.t. die plaag en dat er Afrikaanse fruitmot is gedetecteerd in ladingen mandarijnen en grapefruit uit Zuid-Afrika tijdens inspecties die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd in Europese havens.
Joubert zegt dat de maatregelen die de Zuid-Afrikaanse exporteurs gaan nemen voor 99,5% doeltreffend zijn. Voortgaande op dit cijfer rekent de Spaanse citrussector uit dat dit betekent dat er tussen januari en juni van dit jaar ongeveer 1.000 ton aan besmette ladingen uit Zuid-Afrika de EU is binnengekomen. “En als we verder teruggaan naar de start van het seizoen in september 2019, dan komen we al uit op 2.750 ton. Dit is onaanvaardbaar. Voor de Europese exportsector is die foutmarge van 0,5% helemaal niet toegelaten. Bovendien hebben we het hier over detectie. De werkelijke import van besmette ladingen kan dus nog hoger liggen”.
“Uit eigenbelang stuurt Zuid-Afrika weer leugens de wereld in met betrekking tot kwesties als plantgezondheid, met als enige doel onder de verplichting uit te komen om een permanente koudebehandeling in het transport naar de EU te moeten instellen. Want dergelijk koeltransport is volledig effectief om de aanwezigheid van Afrikaanse fruitmot in citrusvrachten te vermijden”, zo benadrukken de leiders van de Spaanse citrussector. “We hebben ook het precedent van Citrus Black Spot, een andere quarantaine-plaag waarvan Zuid-Afrika verzekerde dat het niet kon aarden in een mediterraan klimaat, maar dat sinds vorig jaar op duizenden hectares citrusteelt in Tunesië is aangetroffen. Er zijn trouwens ook voorbeelden van andere plagen die in de Spaanse citrussector zijn gedetecteerd en waarvan de oorsprong terug te voeren is naar Zuid-Afrika”.
De sector verwijt ook de Europese Commissie en andere organisaties die mee het citrusbeleid bepalen in de EU te zwichten voor de Zuid-Afrikaanse lobby en haar trucs om fytosanitaire controles te omzeilen. “De huidige procedure, waarbij het de exporteurs zelf zijn die kunnen beslissen wanneer ze stoppen met het verzenden van goederen naar de EU vanwege een fytosanitair risico, is ronduit onaanvaardbaar. Het moeten Europese instellingen zijn die beslissen hoe, wanneer en volgens welke criteria de grens voor citrus wordt gesloten om te voorkomen dat mogelijk besmet fruit binnenkomt”.
Ten slotte verzoekt de Spaanse citrussector het ministerie van Landbouw om in overeenstemming met de conclusies van het eigen gewasbeschermingsprogramma er bij de Europese Commissie op aan te dringen om koudebehandeling te eisen voor alle import uit derde landen van citrusrassen die gastheer kunnen zijn van de Afrikaanse fruitmot”.