Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Zoutminnende, eetbare zeegroenten zouden weleens net zo'n rage als boerenkool kunnen worden

Onderzoekers van het Harbor Branch Oceanographic Institute van de universiteit van Florida deden onlangs tien weken lang onderzoek naar de optimale groeiomstandigheden van drie soorten zeegroenten: zeekraal (Salicornia bigelovii), zeepostelein (Sesuvium portulacastrum) en zoutkruid (Batis maritima). Deze zeegroenten worden in Europa, Azië en op Hawaï al gegeten maar zullen wellicht binnenkort ook in de Verenigde Staten kunnen worden toegevoegd aan salades, pasta's, rijstgerechten en soepen. 

Deze voedzame planten worden in zout water geteeld. Het zijn zogenaamde zoutminnende planten en hieraan danken zij ook hun zilte smaak. De planten, die van nature op schorren voorkomen, kunnen rauw, geblancheerd, gebakken of gekookt worden gegeten. 

Tijdens het onderzoek, dat onderdeel uitmaakte van een project voor het optimaliseren van de duurzaamheid van aquacultuur, werden drie verschillende substraten voor de teelt van zeegroenten getest: zand, kleikorrels en water. Dit ambitieuze systeem, dat ontwikkeld werd om meerdere soorten tegelijk te produceren, is gebaseerd op de veronderstelling dat het afval van de ene soort van grote waarde is voor de andere soort. Verduurzaming is de drijfveer achter het onderzoek naar aquacultuur-systemen op de universiteit en heeft al tot ontwikkelingen geleid op het gebied van recirculatietechnieken om het waterverbruik terug te brengen. 

Tijdens dit meest recente onderzoek was zoutkruid de grootste plant die kon worden geoogst. De plant werd geteeld op zand en woog ongeveer 900 gram. In zes reservoirs werden zo'n 45 kilo aan planten geteeld tijdens het onderzoek. In totaal teelden de onderzoekers 187 planten, waarvan er slechts twee verloren gingen. Dit toont de buitengewone overlevingskracht van deze planten aan. Gemiddeld liep het percentage eetbare delen van de planten uiteen van 55% in het geval van zeepostelein tot 72% bij zeekraal en 75% bij zoutkruid. De planten deden het over het algemeen beter op zandsubstraat. De planten die op zand of kleikorrels werden geteeld hadden een diepere groene kleur dan de planten die uitsluitend in water werden geteeld en een bleekgroene kleur hadden. 

Klik hier om het hele artikel te lezen.

Publicatiedatum: