FNLI, Veneca en CBL bepleiten aanpassingen in NOW-regeling
De Federatie voor de Nederlandse Levensmiddelenindustrie FNLI, de Vereniging van Nederlandse cateringbedrijven Veneca en het Centraal Bureau voor de Levensmiddelenhandel CBL hebben vrijdag 8 mei een brief aan minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gestuurd. Daarin doen de 3 organisaties een klemmend beroep op de overheid om de huidige generieke steunmaatregel NOW zodanig te verbeteren of te vervangen dat zoveel mogelijk bedrijven in de foodservicesector ook op langere termijn kunnen overleven. Ze vragen de minister om een specifiek op deze sector gericht steunpakket in het leven te roepen.
De impact van de langdurige sluiting van de horeca, de vraaguitval in de cateringsector en het verbod op grote publieksevenementen, is dramatisch voor het out-of-home kanaal. Uit recent onderzoek van EFMI onder 180 directieleden in de voedingsindustrie blijkt dat men voor 2020 rekening houdt met omzetdalingen die uiteenlopen van 30% tot ruim 40%. Eerder berekende het FoodService Instituut Nederland al een geschat verlies van 7,1 miljard euro.
De FNLI, Veneca en het CBL hebben onlangs in een eerste overleg geïnventariseerd in hoeverre opvolgende schakels in de out-of-home keten relevante informatie en standpunten kunnen delen en elkaar waar mogelijk kunnen ondersteunen en versterken. Ook zijn onderwerpen geïdentificeerd die kunnen helpen om de herstart van het out-of-home kanaal zo snel en gecoördineerd mogelijk te laten verlopen.
De eerste prioriteit ligt volgens de 3 organisaties bij de herinrichting van het tweede steunpakket dat per 1 juni van kracht zal worden. Met name in de NOW-regeling zijn aanpassingen gewenst. Het is volgens de organisaties belangrijk om onder ogen te zien dat ontslag of werktijdverkorting voor een deel van het personeel onvermijdelijk is wanneer faillissement het enige alternatief zou zijn. Verder is ook aandacht nodig voor debiteurenverliezen, voorraadverliezen, omgang met verloop van houdbaarheidsdata, compensatie of mogelijkheden voor overbruggingsfinancieringen voor vaste lasten en verlaging of kwijtschelding van belastingen en accijnzen.
Bron: VBZ
Uitgekeerde NOW-subsidie kan lager uitvallen
Ondernemers moeten er rekening mee houden dat de NOW-subsidie lager kan uitvallen dan het bedrag dat bij de aanvraag is berekend. Dit kan tot gevolg hebben dat UWV de resterende 20 procent van het voorschot niet uitbetaalt, of kan zelfs leiden tot een verplichting om (een deel van) het uitbetaalde voorschot terug te betalen.
De NOW (Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid) is de subsidieregeling voor werkgevers die door de coronacrisis een omzetverlies van ten minste 20 procent hebben. Inmiddels hebben ruim 110.000 werkgevers een voorschot van 80 procent gekregen van de berekende subsidie op basis van de te verwachten omzetdaling. UWV berekent de definitieve subsidie achteraf op basis van de werkelijke omzetdaling en de werkelijke loonsom over de periode 1 maart 2020-31 mei 2020.
Het is voor ondernemers belangrijk er rekening mee te houden dat de definitief door UWV vastgestelde subsidie lager kan uitvallen dan het subsidiebedrag dat bij de aanvraag is berekend. Dit kan ertoe leiden dat UWV de resterende 20 procent van het voorschot niet uitbetaalt, of zelfs dat zij (een deel van) het uitbetaalde voorschot moeten terugbetalen. Klik hier voor het hele artikel op Evofenedex.
RVO past compensatieregeling voor frietaardappelafzet via groothandel aan
De afzet van fritesaardappelen via de groothandel waarbij de bestemming anders is dan de kleinverpakking voor retail valt nu wel onder de compensatieregeling die het ministerie van LNV heeft bekendgemaakt. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft de regeling aangepast, schrijft Akkerwijzer.
Logistiek:
Gerben Paauwe, Kloosterboer
"Vraag naar geconditioneerde opslag is groot in coronatijd"
EU wil maatregelen geleidelijk afschalen
De Europese Commissie wil de huidige maatregelen voor het internationaal (goederen)vervoer geleidelijk afschalen, schrijft TLN. De Commissie benadrukt dat het vrachtvervoer ongemoeid door moet gaan, ook als Europese grenzen straks weer open gaan en het drukker op de weg wordt.
Na de uitbraak van COVID-19 hebben EU-lidstaten verschillende maatregelen voor de transportsector genomen en grenzen gesloten. Wanneer landen uit een lockdown gaan en die maatregelen worden afgeschaald, mag dat niet ten kosten van de doorstroom van het internationaal goederenvervoer, stelt de Europese Commissie.
Geleidelijke transitie
De Commissie pleit daarom voor een geleidelijke transitie om de maatregelen af te schalen. Zo moeten de regels rondom de rij- en rusttijden langzaam normaliseren, om uiteindelijk weer de uniforme Europese regels te kunnen handhaven. Ook moeten rijverboden weer ingaan, als de verkeersdrukte dat toelaat.
Green Lanes
Om het vrije verkeer van goederen te waarborgen benadrukt de Europese Commissie het belang van Green Lanes. Lidstaten moeten de controles bij de grensposten goed coördineren zodat vrachtwagens niet langer dan 15 minuten stilstaan aan de grens. Verder vraagt de Europese Commissie aan bedrijven om werknemers in het transport goed voor te lichten zodat zij veilig hun werk kunnen doen. Bijvoorbeeld door hen te informeren over het gebruik van beschermingsmiddelen of het minimaliseren van onnodig contact met anderen.
TLN is blij dat de Commissie aandacht heeft voor de noodzaak vrachtvervoer zo ongehinderd als mogelijk door te laten gaan. Wel zal het ook in dit geval nodig zijn te bekijken hoe individuele lidstaten aan de slag gaan met deze richtlijnen. TLN pleit ervoor tijdens de periode van afschaling in de handhaving rekening te houden met de verschillen die er tussen verschillende lidstaten zijn ontstaan.
Meer liquiditeitsproblemen in transportsector verwacht
TLN verwacht dat meer transportondernemers de komende tijd liquiditeitsproblemen krijgen. Vanwege lange betalingstermijnen ontvangen bedrijven nu nog omzet die behaald is vóór de crisis. Als die inkomsten opdrogen, dreigen er meer financiële problemen voor ondernemers.
De transportsector hanteert een relatief lange betalingstermijn ten opzichte van andere sectoren. “Die loopt nu op van zo’n 45 dagen naar 90 dagen”, legde TLN-voorzitter Elisabeth Post op BNR Nieuwsradio uit, “maar dat betekent dat ze de afgelopen zes weken betaald kregen voor werk dat ze daarvoor hadden gedaan.”
In de laatste navraag bij leden gaf tien procent van de respondenten aan dat zij liquiditeitsproblemen hebben. TLN verwacht dat de komende maanden meer transportondernemers in de financiële problemen komen. De inkomsten die behaald zijn vóór de crisis drogen nu pas op, waardoor bedrijven later last krijgen van omzetdaling door het coronavirus.
TLN-voorzitter Elisabeth Post sprak hier vandaag over bij BNR Nieuwsradio.
Overige informatie: