Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
De omschakeling naar andere rassen is onvermijdelijk

“Het rampzalige Spaanse druivenseizoen is niet voor herhaling vatbaar"

“Er verschijnen steeds meer pitloze rassen. Vorig seizoen is rampzalig geweest voor de rassen met pit. Toch gaan die niet zomaar verdwijnen, ook niet bijvoorbeeld de druiven van Vinalopó met beschermde oorsprongsbenaming. De Vinalopó druif is zeer gewaardeerd, het is dé oudejaarsdruif in Spanje. Het is wel zo dat de oude druivenranken die economisch gezien niet meer rendabel zijn eruit moeten. De omschakeling naar andere rassen is onvermijdelijk en heeft zich deels al doorgezet", zo zegt Tobías Cantó, manager van het Spaanse Cooperativa del Campo Sta. M.ª Magdalena.

"Maar de pitloze druif vereist investeringen in plastic bedekking, netten en structuren, zowel in 'v' als met latwerk, om de druivenranken te leiden. Natuurlijk moet je ook de contracten met de licentiehouders meerekenen en zo kom je algauw op een niet te onderschatten som als initiële investering. Het is geen goedkoop gewas”, gaat Tobías verder.

“Om met de teelt van druiven met pit te kunnen beginnen, is er niet zo veel infrastructuur nodig. Dat scheelt dus wat in de portemonnee. Op lange termijn wordt dat verschil dan weer uitgevlakt. De uitgaven voor de beschermende zakjes waarin de trossen groeien en voor personeel zorgen ervoor dat de teelt van druiven met pit ten langen leste evenveel kost als die van pitloze druiven. Het verschil zit hem er in dat je voor de pitloze druiven al het geld in één keer op tafel moet leggen terwijl de uitgaven voor de teelt van druiven met pit geleidelijk aan gedaan worden, elk jaar een beetje."

“Er zijn wel pitloze druiven waar geen royalties voor betaald moeten worden, zoals de Crimson, maar die druif is zeer klimaatgevoelig en in bepaalde gebieden van de provincie Alicante halen we de optimale zomertemperaturen voor de Crimson niet. Je bekomt wel goede maten maar niet de kleur zoals de retail die wenst, toch niet voor elke druif in de tros. Ze krijgen niet de mooie plekjes in de supermarktschappen en de afzet verloopt dus moeilijker”, legt Tobías Cantó uit.

“Door de slechte weersomstandigheden hebben we vorig seizoen de vroege rassen in een kortere tijdspanne geplukt om te voorkomen dat de druiven zouden beginnen rotten. Gelukkig was het suikergehalte al voldoende maar de regens van september hadden gezorgd voor kwaliteitsverlies door de toename van ziekten. De markt raakte verzadigd en we kregen niet de prijzen die we verwacht hadden.”

"De latere rassen Aledo en Dominga hadden dan weer af te rekenen met andere omstandigheden, namelijk de concurrentie uit onder andere Italië. En nu kan de concurrentie van Griekenland, Marokko en Egypte komen omdat ze in dezelfde periode op de markten aanwezig zijn", zegt Tobías.

De Vinalopó druif zal niet verdwijnen
Het zijn precies de pitjes van de druiven die de grootste hoeveelheid heilzame stoffen voor de gezondheid bevatten, maar de consument is daar helemaal niet van op de hoogte. Daarnaast is het ook wel zo dat wie niet gewend is aan de pitjes, dit type druif niet gauw in de armen zal sluiten. De oude druivenranken die economisch niet rendabel zijn, zullen gerooid worden en vervangen door andere. Van essentieel belang voor de omschakeling is echter een goede planning.

Cooperativa del Campo Sta. M.ª Magdalena produceert meer dan 3 mln kilo druiven. “We passen ons aan de marktwensen aan met nieuwe pitloze rassen terwijl we toch zoveel mogelijk druiven met pit proberen te behouden. Dit is immers de traditionele druif in ons gebied en maakt nog altijd 70% van onze teelt uit. De pitloze druif is niet alleen voor de Spaanse markt bestemd. We exporteren de druif naar de Scandinavische landen, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland maar ook af en toe naar Zuid-Afrika en Canada. De druiven met pit komen in de eerste plaats op de Spaanse markt terecht, maar ook op die van enkele andere mediterrane landen zoals Italië en Frankrijk”, legt Tobías uit.

"Spanje moet zich toeleggen op de export, nu meer dan ooit"
De coöperatie telt momenteel 90 leden en ongeveer 200 hectare. “Jaren geleden kwamen we uit op wel 6 mln kilo druiven. Het is van vitaal belang dat de kleine teler zich aansluit bij een exportbedrijf. Anders wordt overleven wel heel moeilijk”, zegt Tobias.

“De teler heeft iemand nodig die hem steunt en hem verzekert dat zijn product afzet vindt op de juiste markt. Anders loopt hij het risico een volledige oogst verloren te zien gaan. Laten we niet vergeten dat we het over een bederfelijk product hebben: de afzet gebeurt nog altijd het best via een telersorganisatie”, voegt hij eraan toe.

Biodruiven of zero residu?
Volgens Tobías Cantó neemt de vraag naar biologische druiven toe, ook al blijft dat een moeilijk verhaal omdat de teelt complex is en heel wat ervaring vereist. “Waarschijnlijk is de zero residu druif een eenvoudiger oplossing. De druiven die geteeld worden met een beschermende zak er omheen komen minder in contact met de gewasbeschermingsmiddelen omdat de papieren zakken als barrière fungeren. Bovendien beschermt de papieren zak de tros niet alleen tegen slecht weer, maar ook tegen plagen en zo moeten er op zich minder gewasbeschermingsmiddelen gebruikt worden. Het resultaat is een gezond, smakelijk en milieuvriendelijk product”, zegt Tobías Cantó.

"De andere kant van de medaille is natuurlijk dat latente ziekten in de tros zich kunnen doorzetten, ook bij goede weersomstandigheden, en zo voor een mindere oogst kunnen zorgen en voor druiven van mindere kwaliteit. Tot het moment dat de tros in de papieren zak gewikkeld wordt, is het dus van groot belang veel aandacht te besteden aan de plantgezondheid om dit risico te minimaliseren. Een tros zonder zak kun je immers gemakkelijk behandelen met gewasbeschermingsmiddelen. De mogelijkheden om de ziekte te bestrijden zijn dus veel ruimer”, besluit Tobías Cantó.

Voor meer informatie:

Tobías Cantó Jover, productiemanager
Cooperativa del Campo Sta. M.ª Magdalena
Travessia 22
03660 Novelda (Alicante) - Spanje
tobiascanto@novelcoop.com
www.novelcoop.com

Publicatiedatum: