Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid:

"Bij zorgen over voedselveiligheid moet de meldingscultuur verbeteren"

Het voedselveiligheidssysteem in Nederland blijkt kwetsbaar. Het ontbreekt aan een gestructureerde aanpak om opkomende voedselveiligheidsrisico’s te signaleren en te beoordelen. Risico’s worden daarom niet altijd goed in beeld gebracht of te laat ontdekt met als gevolg dat mensen onnodig ziek kunnen worden. Dit blijkt uit het rapport ‘Opkomende voedselveiligheidsrisico’s’ dit jaar door de Onderzoeksraad voor Veiligheid is gepubliceerd. Ook groenten en fruit werden veelvuldig genoemd in het rapport. In vakblad Primeur verscheen afgelopen week een interview met de kersverse voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, oud-minister Jeroen Dijsselboem, over de lessen die de AGF-sector hieruit kan trekken. Enkele quotes uit het interview.

Een opvallende conclusie van het rapport was dat het signaal dat de risico’s van ziekteverwekkers op groenten en fruit mogelijk groter zijn dan gedacht en dat deze signalen niet goed worden opgepakt en beoordeeld. Dat is nogal wat! 
"In de Verenigde Staten stelt men dat groenten en fruit de belangrijkste oorzaak zijn van voedselinfecties, in Nederland schat men dat risico juist heel laag in. Het opmerkelijke is dat geen onderzoek is gedaan naar dit verschil en dat niet bekend is wie het dichtste bij de waarheid zit. Terwijl het belangrijk is om de risico’s goed te kennen, juist omdat groenten en fruit zo belangrijk zijn voor een gezond dieet. Wij hebben hier dan ook geen eindoordeel over, maar vinden het belangrijk om te analyseren waar dit verschil vandaan komt. Hebben de Amerikanen meer ervaring of onderzoek gedaan? Of hebben ze beter in de peiling waar en waarom mensen ziek worden van voedsel? Dat is een zwakke schakel in het geheel."

U geeft in het rapport aanbevelingen richting ministerie, NVWA en RIVM. Wat zou u AGF-handelaren en telers aanbevelen?
Alertheid! Als er zorgen zijn, dan moet de meldingscultuur verbeteren. Het blijft problematisch dat het kortetermijnbelang - namelijk dat een bedrijf wordt stilgelegd of een product uit de handel wordt genomen - overheerst ten opzichte van een groter voedselveiligheidsrisico, terwijl dat laatste veel meer schade kan berokkenen voor de mens en economie. Die cultuur moet echt verbeteren en daarover moet het gesprek gevoerd worden. Er is een gezamenlijk belang om bij nieuwe signalen en zorgen tijdig aan de bel te trekken. Meldingen zijn ook geen drama, want dingen gebeuren en er gaat weleens wat mis. Maar juist door risico’s tijdig te melden, kun je ze tijdig adresseren. Daar tegenover staat dat daar dan ook zorgvuldig mee omgegaan moet worden. Bij de nieuwe unit die wij bepleiten, moeten die signalen snel worden opgepakt en zorgvuldig worden onderzocht. Juist als je dat doet, voorkom je dat er in een te late fase buitenproportioneel moet worden ingegrepen.Er zijn sectoren waar de veiligheidscultuur veel meer in verweven zit, inclusief het standaard gebruik om incidenten te melden. De luchtvaart is daar wel het meest klassieke voorbeeld van. Daar wordt elk incident, hoe klein ook, gemeld en onderzocht. Ook als gedacht wordt dat er eigenlijk niets is gebeurd. Bij andere transportsectoren is dit ook meer gebruikelijk. Eigenlijk moeten we met z’n allen de brug over om als er signalen zich voordoen, dat we die melden. Juist zodat kleine issues ook klein kunnen blijven.

Zeker ook voor de AGF-consumptie staan er pittige conclusies in het rapport. Zit hier geen gevaar van bangmakerij in en zou het niet beter zijn om juist de AGF-consumptie te promoten?
Wij hebben in het rapport niet specifiek een productgroep eruit gehaald. Onze waarneming is heel specifiek, maar het is wel een indringende waarschuwing dat er om allerlei redenen zich nieuwe risico’s, of oude risico’s in een nieuwe context, ineens kunnen voordoen in de voedselketen. We opereren hier in Nederland veelal vanuit de begrijpelijke basishouding ‘groenten en fruit is goed, des te verser, des te beter’. Dat is prima, maar dat ontslaat ons niet van de alertheid dat ook in verse groenten en fruit ziektedragers zich kunnen voordoen. Groenten en fruit zijn goed en mensen moeten ze vooral regelmatig eten, zo adviseert ons ook het Voedingscentrum. Wij zeggen erbij: Wees je dan nog bewust dat ook in deze gezonde sector zich pathogenen kunnen voordoen.

Wie is nu als eerste aan zet?
Het eerlijke antwoord is iedereen, want iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid hierin. Maar de minister kan een belangrijke rol vervullen door een aparte unit te creëren als waakhond voor nieuwe risico’s in ons voedselveiligheidssysteem. Ook zal er moeten geïnvesteerd in onderzoeken, bijvoorbeeld naar waarom het risico in de VS zo veel hoger wordt ingeschat dan in Nederland. En in de sector zal de knop om moeten en het gesprek moeten aangegaan waarom de meldingsbereidheid zo laag is en hoe we risico’s eerder kunnen melden. Dat vergt echt een cultuurverandering.

Het hele interview lezen? Neem een abonnement op Primeur en wij sturen u het zomernummer nog toe!