Superunie, Albert Heijn, Bol.com, Unilever, Wehkamp en Intergamma waren gisteren op het GS1 congres eensluidend: “In een datalandschap dat alleen maar uitdijt, is betrouwbare data simpelweg ‘license to operate’. Makkelijk is dat niet.
‘Data met één waarheid is complex om te realiseren’, zei Jeroen Steenbergen van bol.com over het kunnen laten zien van betrouwbare productinformatie op hun platform. Vera Bakker van Unilever omschrijft het hebben van betrouwbare data als een ‘no-brainer’. Superunie-directeur Dick Roozen erkent dat ’data simpel klinkt, maar heel lastig is.’ Lieke Luttmer van Intergamma noemt het op orde krijgen van data ‘monnikenweg’ en Henk van Harn van Albert Heijn ziet het als ‘een militaire operatie’.
Impressie van sprekers op het GS1 congres
Hele keten transparant krijgen
Retailers en leveranciers zetten grote stappen om betrouwbare data uit te kunnen wisselen. Maar het gaat om het transparant maken van de gehele keten. Philip den Ouden, voorzitter FreshUpstream: “Uiteindelijk willen we helemaal terug tot de ingangsmaterialen in de land- en tuinbouw, denk aan bestrijdingsmiddelen, diervoerders en veredelingsmaterialen. De GS1 standaarden vormen daarvoor ons uitgangspunt.”
“Stel je eens voor dat alle productiebedrijven van ingangsmaterialen tot en met boeren, handelaren, verwerkers en retailers identificeerbaar zouden zijn met een Global Location Number (GLN). Nu gebruiken we binnen de 28 EU-landen vele verschillende systemen. Met één identificatiesysteem kunnen we de tracking en tracing van producten op een hoger niveau brengen en de voedselveiligheid verbeteren”, stelt Den Ouden.
Waterdichte identificatie van artikelen
Betrouwbare data die steeds verder worden verrijkt, is cruciaal voor een betere conversie en minder retouren, maar ook een waterdicht identificatiesysteem voor artikelen is van belang. Dat merkt bol.com met een assortiment van 19 miljoen artikelen, die allemaal moeten zijn voorzien van een GS1 code.
“Maar als we alleen de barcode hebben, weten we nog niet om welk artikel het gaat. Hoeveel makkelijker zou online retail zijn als we gebruik kunnen maken van één centrale database met artikelinformatie. Dat kan alleen als iedereen meedoet. Wij vertrouwen iedereen die informatie aanlevert, maar we moeten kwaliteitscontroles inbouwen. Ook met kwaliteitscontrole van GS1. Hoe beter de kwaliteit van de data aan het begin van de keten is, des te beter dat is voor ons”, stelt Jeroen Steenbergen van bol.com.
Impressie van sprekers op het GS1 congres
Datakwaliteit met sprongen vooruit
In de levensmiddelensector is de datakwaliteit met sprongen vooruitgegaan. Pieter Maarleveld, directeur GS1 Nederland: “Data heeft alleen zin als ze accuraat en betrouwbaar zijn. Dankzij het datakwaliteitsprogramma van GS1, is de betrouwbaarheid van artikeldata in de GS1 datapool in tweeënhalf jaar tijd gestegen van 25 naar 96 procent. Dat hebben we met elkaar gerealiseerd. Het gaat nu om 1.000 leveranciers waarvan 200.000 artikelen zijn gecontroleerd. De verwachting is dat we 1 juni dan 96% betrouwbare data in de GS1 datapool hebben staan.”
Albert Heijn: Niet alleen betrouwbaarheid, maar ook tijdigheid
Betrouwbaarheid alleen is niet voldoende. Tijdigheid is eveneens belangrijk, stelt Henk van Harn van Albert Heijn. “We moeten artikeldata op tijd hebben om de juiste plek in onze winkelschappen en onze distributiecentra te bepalen. Als we die data een dag te laat hebben, redden we het niet meer om het artikel op de geplande datum te introduceren. Daarnaast blijft de wettelijke verplichte etiketinformatie een aandachtspunt. Zonder die informatie kunnen we een artikel online niet voeren.”
Superunie: Zorg dat de data die je nu levert echt goed is
Voor Dick Roozen van Superunie is data een integraal onderdeel van het product. Het belang van data neemt alleen maar toe. “Willen we straks meer weten, dan hebben we meer data nodig. Waar komt het vandaan (fair trade), wie heeft eraan gezeten (supply chain) en wat zit er in (voedselveiligheid).” Roozen benadrukt daarom: “Zorg dat de data die je nu levert echt goed is. Ga daarna pas data toevoegen”. Hij wijst op de gezondheidstrend onder consumenten. “Nu organiseren we dat met een logo op onze producten, straks krijgen we daarvoor hele mooie apps. Nu weten we of de pindakaas in een glazen pot zit, straks willen we weten om hoeveel glas het gaat en of het om gerecycled glas gaat. Die data hebben we nodig om onze maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen.”
Unilever: Datakwaliteit is een doorlopend proces van de hele organisatie
Toen Vera Bakker van Unilever door GS1 werd gevraagd om de voortrekkersrol op zich te nemen, dacht ze dat wel ‘even te regelen’. Niets bleek minder waar. “Voor veel leveranciers is dat een moeilijke weg geweest, ook voor ons. Maar als bedrijf moet je je data gewoon op orde hebben. Belangrijkste les is dat dit geen eenmalige actie is, maar een doorlopend proces waarbij de gehele organisatie betrokken is. De basis moet op orde zijn. De uitdaging is te voorkomen dat de kraan blijft lekken en dat er steeds weer dezelfde fouten worden gemaakt.”
Intergamma: Goed nadenken welke data nodig is voor de consument
Lieke Luttmer van Intergamma benadrukt het belang van goede data voor hun omnichannel business: “Mensen komen niet zomaar naar onze winkels. Vaak gaat het om grote aankopen die mensen niet dagelijks doen. Ze oriënteren zich eerst online. Een goede website genereert traffic naar onze winkels. Op de website zijn onze productdetailpagina’s het meest bezocht. Voor sommige producten is veel informatie nodig die de consument wil weten. Zijn niet alle datavelden ingevuld? Dan verdwijnt een artikel in de zoekresultaten. Maar we moeten ook oppassen dat we klanten niet overvoeren met data, want dan kan hij ook niet meer kiezen. We moeten goed nadenken over welke data we als eerste tonen.”
Wehkamp: Steeds nieuwe artikelen vraagt om efficiënt organiseren data
Martijn Bonte van Wehkamp: “Data vormt een goudmijn. Maar wij willen geen goudmijn, maar goud. De uitdaging is om inzichten uit data te halen die ons helpen om onze belofte aan klanten waar te maken. Wat hebben we beloofd? Hebben we die belofte waargemaakt? En wat kunnen we doen om dat te verbeteren? Datakwaliteit is belangrijk, maar ook de efficiëntie van het proces. We hebben 400.000 verschillende artikelen, die over een half jaar grotendeels zijn vernieuwd. Dat moeten we efficiënt organiseren. Naar de toekomst kijkend wordt het belangrijk om te bedenken hoe je onderscheidend kunt zijn met die data, want je wilt uiteindelijk dat ze die boormachine bij jou kopen en niet bij de concurrent.”