Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Antoine D’Agostino, iemand die onlosmakelijk met de markt verbonden is

Van Les Halles in Parijs naar de MIN-markt van Rungis

Wanneer u 's werelds grootste versmarkt bezoekt, zult u al snel Antoine D'Agostino, iemand die onlosmakelijk verbonden is met de MIN-markt van Rungis, tegenkomen. Tegenwoordig is hij naast zijn zoon te vinden in de Cave de Rungis, maar lang geleden, op 12-jarige leeftijd, is hij begonnen met de handel in groenten en fruit in Les Halles in Parijs.

Herinneringen aan Les Halles in Paris
Tussen de prachtig weergegeven wijnflessen haalt Antoine herinneringen op die vereeuwigd zijn in de vorm van authentieke zwart-witfoto's aan de muur. ‘Gestolen’ momenten die deze periode deels in beeld brengen, een periode van slechts een paar decennia geleden, maar die al zo ver weg lijkt. "Om 22.00 uur losten we de producten die we op de trottoirs zouden plaatsen. Destijds waren er geen koelcellen. “De markt begon daarom vroeg en eindigde om 9 uur ’s ochtends op het moment dat de eerste veegmachines het einde inluidden van een zware nacht.

“Als het sneeuwde, moesten we eerst de trottoirs schoonvegen.” Of het nu sneeuwde, regende of stormde, de markt werd hoe dan ook op straat gehouden en de kwaliteit van de producten werd gecontroleerd door met zaklantaarns onder de zeilen te kijken. “Destijds werd niets met machines gedaan, alles werd met de hand gedaan. Er waren geen pallettrucks, zoals dat nu wel het geval is,” vertelt Antoine met een welwillende glimlach en wijzend naar een van de foto's waarop een man is afgebeeld met een zwaar karkas van een varken op zijn rug. In sommige van onze regio's hadden we zelfs onze eigen taal. Een vergeten vorm van patois, waarin ‘haan’ ('coq') een munt van 10 oude francs was.

De ‘verhuizing van de eeuw’
In 1969 verlieten de ‘op elkaar gepropte’ handelaren Les Halles in Parijs en verhuisden ze naar een nieuwe, modernere en veel ruimere locatie: Rungis. “Binnen twee dagen zijn we van de periode waarin Emile Zola leefde naar de 20e eeuw gegaan,” vertelt Antoine. Als Antoine in een nostalgische bui is en over deze oude herinneringen vertelt, zegt hij meteen ook geen spijt te hebben van de zware omstandigheden waarin hij moest werken. Deze ‘verhuizing van de eeuw’, die door de pers wordt beschreven als een moment dat ‘vergelijkbaar is met D Day’, zal door degenen die het hebben meegemaakt nooit worden vergeten.

“Bedenk je goed dat we van een oppervlakte van 16 naar 234 hectare gingen. Zelfs het leger was bij de verhuizing betrokken en was bij elke kruispunt aanwezig. En in die tijd was de bouw van de ring rond Parijs nog niet voltooid. “Binnen 48 uur migreerden tienduizenden handelaren van Les Halles in Parijs naar Rungis. Meer dan 5.000 ton producten 10 000m3 aan boord van 1.500 vrachtwagens die vervolgens via de Nationale 7 richting het onbekende vertrokken.

De beginjaren van Rungis
De verhuizing verbeterde onmiskenbaar de arbeidsomstandigheden van die tijd, maar zorgde er ook voor dat we lol hadden. “We hadden toen best veel plezier. Op het moment dat de trein arriveerde, losten we onze producten. Er waren zelfs loswedstrijden. Daarnaast telde Rungis 31 restaurants, dus we hadden ook oberwedstrijden,” vertelt Antoine lachend.


De logistiek paste zich ook aan aan de gigantische omvang van de ruimte. "In het begin moesten handelaren, om zich snel te kunnen verplaatsen, voor 10 frank per maand een aantal fietsen huren. Het leek een beetje op de Vélib’ van nu. Daarna verdwenen de fietsen langzaamaan weer ... en kwamen uiteindelijk terecht op de vlooienmarkt!”, vertelt Antoine met een glimlach.


Er is veel veranderd sinds de handelaren in de straten van de hoofdstad begonnen te investeren, maar de warmte in het hart van de markt is nog steeds voelbaar. "Vroeger hadden we natuurlijk meer tijd om te praten, tegenwoordig verloopt de verkoop sneller. Maar binnen de markt is de sfeer nog steeds erg vriendelijk. Iedereen groet elkaar, terwijl deze trend in de rest van het land lijkt te verdwijnen,” vertelt Antoine.

Van groenten en fruit naar wijn
In 1988 besloot Antoine om de kortstondige frisheid van groenten en fruit te laten voor wat die is en zich met wijn bezig te gaan houden, een product dat, zoals Antoine het uitdrukt, “met de tijd beter wordt”. Een manier om actief op de markt te blijven zonder het voor jezelf al te moeilijk te maken. Bovenaan de spiraalvormige metalen trap van de Cave staat een grote tafel in het midden van een kamer waarvan de muren bijna volledig bedekt zijn met foto's. Op de meeste foto’s poseren beroemdheden naast Antoine. Een echt persoonlijk museum waar een warme sfeer heerst, een weerspiegeling van de geschiedenis en sympathie die deze grote man zijn hele leven al heeft geïnspireerd.


Ook nu nog komt Antoine dagelijks om ‘een frisse neus halen’ op de Rungis-markt. “Ik ben 83, maar ik voel me een tiener die wil blijven gaan,” legt hij uit, tot grote vreugde van de gelukkige luisteraars, die een en al oor zijn en geïnteresseerd en geëmotioneerd de fascinerende verhalen en anekdotes over wat ooit de buik van Parijs was aanhoren.

 

 

Publicatiedatum: