Export van Surinaamse AGF: markt stagneert

In de periode 2008-2009 hebben de adviesbureaus Q-Point BV in Nederland en Capricorn Projekt BV in Suriname in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) een marktonderzoek uitgevoerd naar Surinaamse- en tropische groente- en fruitproducten op de Nederlandse markt en naar de CARICOM regio. (De landen in CARICOM regio zijn o.a. Suriname, Guyana, Belize, Jamaica, Haïti en een aantal eilanden in de Caribische Zee zoals de Bahama’s, Trinidad en Tobago)

De doelstelling van de marktstudie was het in kaart brengen van perspectieven voor en specifieke eisen van nieuwe exportmarkt kanalen voor Surinaamse groente en fruit. Het aanboren van die nieuwe exportmarkt kanalen moet leiden tot exportverhoging. In deze marktstudie is voornamelijk gekeken naar de Nederlandse markt en naar de CARICOM regio. Op basis van de studie is een marketingstrategie voor de export van potentiële Surinaamse groente en fruit uitgewerkt.

Uit recente marktgegevens blijkt dat de export van Surinaamse groente licht is gestegen, maar dat er grote verschuiving van geëxporteerde producten heeft plaatsgevonden. De export van o.a. sopropo, boulanger en pomtajer namen toe. De export van bijna alle overige groentes (zoals oker, cassave en diverse bladgroentes) namen af. De totale exportwaarde van groente en fruit (exclusief bacove) voor 2011 is circa USD 2 miljoen.

Tabel 1. Overzicht van een aantal geëxporteerde groenteproducten in 2007 en 2011 (Suriname)

De export van Surinaams fruit nam sterk af. Vooral de citrusexport liep terug van circa 88 ton in 2007 naar ongeveer 14 ton in 2011. De 1e helft van 2012 laat zeker geen herstel zien van de export van fruit.

Tabel 2. Overzicht van een aantal geëxporteerde fruitproducten in 2007 en 2011 (Suriname).

Uit het marktonderzoek kwamen een aantal knelpunten naar voren op het vlak van kleinschaligheid van productie, matige product kwaliteit, residu/MRL problematiek, ontbreken van een koelketen en geen certificering op productieniveau (GLOBALG.A.P.). In dezelfde periode is gebleken dat landen in de EU maar ook in de CARICOM regio steeds meer hoogstaande producten met toegevoegde waarde eisen.

Als Suriname haar exportpositie op groente en fruit wil verbeteren, dan zal er op een aantal vlakken geïnvesteerd moeten worden:

Modernisering van alle aspecten van de tuinbouwsector in Suriname, gericht op productiviteitsverhoging en kwaliteitsverbetering van producten, gebruikmakend van beschikbare moderne technologieën en een efficiënter gebruik van inputs als gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen en water;

Meer aandacht voor productkwaliteit op basis van de EU Generieke en Specifieke marketing standaarden. En gebruik van verpakkingsmiddelen die bescherming bieden aan het product, alsmede het opzetten van een gekoelde (logistieke) keten voor groente- en fruitproducten;

Afnemers, vooral de supermarktketens in Europa, stellen over het algemeen de eis dat producenten gecertificeerd zijn volgens GLOBALG.A.P. en HACCP en exporteurs op het gebied van IFS, BRC of ISO 22000. Vooralsnog voldoet het merendeel van de Surinaamse groente- en fruitproducenten niet aan deze eis.

De Surinaamse overheid kan hierbij randvoorwaarde scheppend zijn, vooral op het gebied van training en voorlichting bij de boeren. Het Surinaamse bedrijfsleven zelf (zowel de boeren als exporteurs) zullen het voortouw moeten nemen, waarbij meer samenwerking tussen de boeren noodzakelijk is. Productpromotie van Surinaamse producten heeft zin als er voldaan kan worden aan de basisvoorwaarden van een goede kwaliteit en een structureel aanbod van producten. Alleen dan kan de productie in Suriname worden uitgebreid en kan de export zich verder ontwikkelen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Carel Jaspers van Q-Point BV (c.jaspers@q-point-bv.nl) of Jenna Wijngaarde van Capricorn Projekt BV (jenna@rdp2.net).