Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Boerenbond:

"Broodnodige versterking in de keten eindelijk een feit"

De Kamer keurde unaniem de invoeging van een reeks bepalingen in het Economisch Recht goed die misbruik van macht en onevenwichtige contracten willen beteugelen. Daarmee erkent nu ook de Belgische wetgever dat niet enkel de consument maar ook de kleine ondernemer, waaronder ook boeren en tuinders, bescherming moet genieten in het handelsverkeer. Zo sluit België zich eindelijk aan bij de brede Europese beweging naar broodnodige wettelijke versterking van kleine ondernemers in de keten.

Oneerlijke handelspraktijken vinden hun oorsprong in onevenwichtige onderhandelingsposities. Machtigere economische spelers duwen (onnodige) kosten en risico’s door naar de andere partij. Dit wordt ook expliciet erkend in de verantwoording: “Onevenwicht in contractvoorwaarden vormt een probleem dat vaak aan de orde is.” Ook boeren en tuinders worden er geregeld mee geconfronteerd.

Het is belangrijk dat de wetgever duidelijke grenzen trekt en aangeeft waar de contractuele vrijheid misbruikt wordt – tot hier en niet verder. De wet stelt een duidelijke algemene norm voorop door alle bedingen die een kennelijk onevenwicht scheppen tussen de rechten en plichten van partijen als onrechtmatig te beschouwen. Dit is een krachtige hefboom om partijen aan te zetten tot goed doorgesproken en duidelijke afspraken te komen. Naast dit algemene principe wordt ook een zeer beperkte zwarte lijst met verboden bedingen ingevoerd en een ruimere grijze lijst met bedingen die vermoed worden onrechtmatig te zijn tenzij de partijen dit tegenspreken. We waarderen ten zeerste de openheid die gelaten wordt om bij te sturen in samenspraak met de sector vanuit de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven waarbij ook sectorspecifiek bijkomend opgetreden kan worden.

Onbegrijpelijk is evenwel dat in tegenstelling tot in de Europese richtlijn de eenzijdige wijziging van contracten slechts op de grijze lijst staat. Nochtans een stuitende praktijk die helaas nogal eens voorkomt. Voor de agrovoedingssector wacht dus al een eerste opdracht: de snelle en versterkte omzetting van de Europese richtlijn oneerlijke handelspraktijken. Belangrijk is dat de Belgische wet wel dekking biedt aan alle bedrijven, ongeacht hun omvang. Maar bovenal is al een bescheiden ‘stok achter de deur’ ingebouwd, want het niet nakomen van een gedragscode wordt als een misleidende praktijk beschouwd waartegen de economische inspectie kan optreden.

Ondanks deze basisregulering zal bijkomend vrijwillig initiatief zoals het Ketenoverleg en brancheorganisaties belangrijk blijven om verder zelfregulerend te kunnen optreden. Overleg blijft de eerste optie om geschillen vast te pakken. Maar als redelijke oplossingen uitblijven moet een toezichthouder van overheidswege ultiem kunnen tussenkomen.

Publicatiedatum: