Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Ger Vissers bijna vier decennia klokkoper:

"We hebben allemaal maar één bazin"

ZON laat in haar magazine niet alleen een teler, maar ook geregeld een klant aan het woord. Deze keer is dat commissionair Ger Vissers van Vissers-Bastings B.V., die vanuit de afmijnzaal van ZON zo’n negentig klanten bedient en die volgend jaar veertig jaar met de vinger aan de knop van de veilingklok zit.

Min of meer toevallig rolde Ger Vissers (60) in 1980 in het vak van commissionair. Ger studeerde werktuigbouw, maar kon destijds geen werk in die richting vinden. Via zijn zus, die getrouwd was met Harrie Bastings, kwam Ger in contact met diens vader Hub Bastings. Die was vanuit Valkenburg als commissionair naar Noord-Limburg verhuisd toen de voorganger van ZON werd opgericht. Met die kennismaking sloeg Ger twee vliegen in één klap. Hij trouwde met Hubs dochter Marianne en kwam bij zijn schoonvader in de AGF-handel.

Ogen van de klant
Ger: ‘Voor het vak van commissionair bestaat geen opleiding. Mijn schoonvader zei altijd dat je dit vak niet kunt leren en niet kunt verleren. Als commissionair ben je de ogen van de klant. Tegenwoordig maak je met je telefoon een foto van het product en een paar tellen later kan de klant meekijken. Vroeger moest je je ogen goed de kost geven en met je mond zo goed mogelijk beschrijven hoe het product eruitzag. De klant moest volledig blind kunnen varen op die beschrijving. Sommige klanten zien het product dat je voor hen koopt drie uur later al, anderen een dag later en weer anderen pas drie dagen later, maar uiteindelijk krijgt de klant het product onder ogen en dan moet het er wel uitzien zoals jij het hebt beschreven.’

De andere kant van het verhaal is dat de klant het product ook nog voor een goede prijs wil. Hoe weet Ger wat de juiste prijs is? ‘Sommige klanten geven exact aan wat ze maximaal voor een bepaald product willen betalen. Van anderen krijg ik min of meer de vrije hand. Dat is een gevoel. Ook dat kun je nergens leren. Dat gevoel ontwikkel je omdat je er dagelijks mee bezig bent. Als ik ’s morgens in de hal en op het veilingterrein ben geweest zie je al of er veel of weinig activiteit is. Je moet je ogen goed de kost geven. De ogen zijn heel belangrijk voor een commissionair.’

Fruit
Tot 2004 was Ger in loondienst bij diverse handelaren in groenten en fruit. Zijn passie lag toen vooral bij de handel in fruit. Daarom wilde hij zich als daar zelfstandig commissionair op toeleggen. ‘Maar dat heeft geen twee weken geduurd. Toen kwamen de klanten waar ik al heel lang zaken mee deed me achterna en bestelden toch weer groenten. Sindsdien koop ik een mix van groenten – met name prei, trostomaat, paprika en courgette voor groothandelaren en exporteurs van groenten – en fruit voor fruitsorteerbedrijven.’

Spaans product koopt Ger niet aan de klok, omdat zijn klanten zelf product uit Spanje halen. In de winter is het vooral prei die Ger koopt in de afmijnzaal van ZON, waar hij vijf dagen per week is te vinden. Tussen de bedrijven door koopt hij elders groenten en fruit bij telers. ‘Dat is best een geregel. Ook in logistiek opzicht, want sommige klanten vragen me ook om het vervoer van het product te regelen. Dan zorg ik voor een transportbedrijf.’

Wat is de grootste verandering geweest die Ger in de afgelopen negenendertig jaar heeft meegemaakt? ‘Vroeger had de voorganger van ZON tweeduizend telers en nu nog maar een fractie daarvan. Voor een deel is dat een rechtstreeks gevolg van schaalvergroting. Maar je ziet natuurlijk ook dat er behalve de klok andere verkoopkanalen bij zijn gekomen. Het totale aanbod is nog altijd groot, maar heel erg verdeeld. Voorheen had de supermarkt maar een klein aandeel in de vershandel; nu het grootste. De positie van de retail is daardoor steeds sterker geworden. Wat zeg ik, die hebben de markt in handen gekregen. De retail heeft zich veel beter weten te organiseren en te verenigen dan de telers en de handelaren. Daar kun je veel van vinden, maar dat hebben we zelf laten gebeuren.’

Hulpmiddelen
‘Telers denken vaak dat zij het werk doen en dat de handelaar de winst pakt. Het klopt dat telers het grootste risico nemen, maar de handelaar moet ook werken voor zijn geld. Ook die moet vooruitkijken, contacten leggen en risico nemen. Maar hoe je het ook bekijkt, uiteindelijk hebben we allemaal maar één bazin: moeder natuur. Vers is en blijft een natuurproduct. Er komen steeds meer moderne technieken die de teler en de handel helpen, maar het blijven hulpmiddelen.’

Wat volgens Ger ondanks alle veranderingen in de markt en alle nieuwe technische hulpmiddelen belangrijk blijft voor een commissionair is persoonlijk contact met zijn klantenkring.
‘Zonder persoonlijk contact bouw je geen vertrouwen op en zonder het vertrouwen van je klanten ben je als commissionair nergens. Toen ik in 1980 bij de voorganger van ZON begon, had je als koper al de beschikking over een eigen telefoon. Dat vond ik best luxe, want op de veilingen in Gronsveld en Margraten had je toen maar een paar telefoons. Die hingen achterin de afmijn. Dan kon je of vóór of na de veiling bellen. Tussentijds had je dus geen contact met je klant. Nu sta je voortdurend in contact met de klant.’

Eigenwijs
Ger wil zo lang mogelijk als commissionair blijven werken. Zijn echtgenote Marianne denkt daar anders over. ‘Marianne verzorgt de administratie. Bovendien benadert zij klanten per e-mail wanneer ik een interessante partij van het een of ander op de kop heeft weten te tikken. Als handelaar moet je eigenwijs zijn, lef hebben en over doorzettingsvermogen beschikken. Daar remt Marianne me wel eens in af. Als Marianne er mee stopt, moet ik er ook mee ophouden, want ik kan het niet alleen.’

Bron: ZON Magazine

Publicatiedatum: