Teler Mauro Manfreda runt een bedrijf van 12 hectare in de Italiaanse provincie Lecce, Apulië. Op 25 februari begon hij met de oogst van zijn aardappelen. "Ik heb ze in augustus gepoot en ik had ze een maand geleden al moeten uitgraven, maar de weersomstandigheden lieten het niet toe. Op 25 februari ben ik pas begonnen."
De rassen die nu worden geoogst zijn Annabelle en Vogue. De kwaliteit is goed, ook al is het percentage aan afval hoger dan andere jaren. De hevige regen en de vertraagde oogst hebben de meer oppervlakkige knollen beschadigd.
Laat poten is mogelijk in de gebieden waar het klimaat het toelaat. Dan kunnen de aardappelen in de zomer de grond in en aan het einde van jaar weer worden uitgegraven, mits de omstandigheden het toelaten. Ze hebben een kleinere begroeiing en de opbrengst bedraagt zelden meer dan 20 ton per hectare.
"Ik heb een hectare met deze rassen en ik ben tevreden met de opbrengst. De kwaliteit is goed. In mei ga ik de nieuwe aardappelen Spunta, Annabelle, Carolus en Nicola oogsten", zegt Manfreda.
Manfreda had voorheen 22 hectare met aardappelen die hij via handelaren op de markt bracht. Maar vanwege het gebrek aan saldo, betalingsachterstanden en de schommelingen op de markt heeft hij 9 jaar geleden besloten om zelf een afzetpunt te openen en het areaal te verkleinen. Manfreda teelt nu op minder hectare, meerdere rassen.
"Nu laat ik me niet meer beïnvloeden door de marktprijzen. Ik zet mijn aardappelen af tegen €1,- per kilo, ongeacht het spel van vraag en aanbod. De consument wordt gerustgesteld door constante prijzen en hij weet dat hij ons kan vertrouwen", zegt Mauro.